3.9
Fig. 3.9
Raak de meetplaat van de momentsleutel niet met uw vingers aan tijdens het gebruiken
van de momentsleutel om een verkeerde meting te vermijden.
10
3.10
1/16th
0°
90°
180°
Fig. 3.10
HOE DE VLAKKE MOERSLEUTEL GEBRUIKEN
Tijdens het gebruiken van de meegeleverde vlakke moersleutel, zoals aangegeven, volgt u de
volgende algemene richtlijnen voor juiste torsie:
Om een bout zonder momentsleutel juist aan te draaien, moet elke bout of moer tot een
bepaalde mate worden aangedraaid totdat zijn ideale koppelbereik wordt bereikt. De mate
van aandraaien is voor elke individuele bout en moer weergegeven in een lijst (Sectie 2).
Wanneer de vlakke moersleutel wordt gebruikt, start op een positie waarbij de bouten of
moeren nog loszitten en vrij rond kunnen draaien. Draai de bout of moer vervolgens met de
klok mee totdat spanning wordt gevoeld.
Zodra u spanning voelt, draait u de bout of moer tot het aangegeven aandraaimoment aan.
3/8th
0°
90°
180°