1.7 Beveiliging
Doorstroombeveiliging
Ionisatiebeveiliging
Maximaal temperatuurbegrenzer
8
Fig. 2
Ontsteekt de brander niet binnen de
veiligheidstijd van ca. 10 seconden
dan valt het toestel in een vergrendel-
de storing. Dit is te zien aan de sto-
ringsmelding "F 28" op het LCD-ven-
ster.
De storing kan alleen ontgrendeld
worden door op de resettoets (1)
fig. 2 te drukken en/of de netschake-
laar uit en weer inschakelen.
Fig. 3
Bij onvoldoende of geen water in de
CV-installatie schakelt het toestel in
een vergrendelde storing. Dit is te
zien aan de storingsmelding "F 22"
op het LCD-venster. Het ontgrendelen
van de storing mag alleen plaatsvin-
1
den als de CV-installatie weer vol-
doende gevuld is. De storing kan
alleen ontgrendeld worden door op
de resettoets (1) te drukken en/of de
netschakelaar uit en weer inschake-
len.
Bij een te hoge aanvoertemperatuur
2
onderbreekt de maximaal tempera-
tuurbegrenzer de stroomkring in het
toestel. Dit is zichtbaar aan de Sto-
ringsmelding „F 20" op het LCD-ven-
ster. Het toestel gaat uit bedrijf. De
resettoets (2) van de temperatuurbe-
grenzer mag alleen na afkoeling door
de installateur ingedrukt worden.
De resettoets (2) is toegangkelijk na
het wegklappen van het bedienings-
paneel. Druk daarna indien noodza-
kelijk op de resettoets op het bedie-
ningspaneel.