Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beveiligingsklasse; Zones En Secties Van De Alphavision Ml Centrale - alphatronics AlphaVision ML Handleiding Voor De Gebruiker

Verberg thumbnails Zie ook voor AlphaVision ML:
Inhoudsopgave

Advertenties

Het AlphaVision ML beveiligingssysteem is een geavanceerd elektronisch apparaat dat door de installateur
vakkundig is aangesloten en in bedrijf gesteld is. Dit apparaat wordt de 'centrale' genoemd. Op de centrale
worden de detectie componenten, optische en akoestische alarmgevers zoals flitsers en sirenes en alarm
doormelding aangesloten. De AlphaVision ML is voorzien van een geïntegreerde IP kiezer die wordt
aangesloten op een vrije LAN poort van uw breedband modem/router voor doormelding van alarmen naar
een meldkamer. Indien alarmen doorgemeld moeten worden naar privé (mobiele) telefoonnummers dan
dient de AlphaVision ML uitgebreid te worden met een PSTN (analoog) of GSM kiezer.
Een detector wordt ook wel een "sensor" of "oog" genoemd. Een detector is een apparaat dat ontworpen is
om een bepaald verschijnsel op te merken. Zo zijn er bijvoorbeeld detectoren om brand te detecteren.
Zodra een dergelijk detector rook waarneemt, zal deze detector dit melden aan de centrale. Verder zijn er
detectoren die beweging registreren in een bepaalde ruimte en dit vervolgens doorgeven aan de centrale.
Op ramen en deuren worden vaak magneetcontacten geplaatst om te signaleren wanneer een deur of raam
open of dicht gaat.
Wanneer de centrale een signaal ontvangt van een detector, zal de centrale verdere acties ondernemen,
bijvoorbeeld alarmgevers activeren en bellen naar de meldkamer of privé telefoonnummers. De detectoren
worden aangesloten op de centrale, om bij detectie een signaal naar de centrale te sturen. Elke detector
wordt op een eigen ingang op de centrale aangesloten, ook wel "groep" of "zone" genoemd.

Beveiligingsklasse

De AlphaVision ML centrale voldoet aan de Europese norm EN50131-1 volgens "grade 2 – low to medium
risk" en "environmental class II – Indoor general"

Zones en secties van de AlphaVision ML centrale

De AlphaVision ML centrale beschikt standaard over 12 bekabelde zones en kan uitgebreid worden tot
maximaal 44 bekabelde zones of 32 draadloze zones, oftewel maximaal 32 of 44 "sensoren" die allemaal
apart op het centrale worden aangesloten en informatie aan het centrale doorgeven bij een bepaald
verschijnsel.
Verder kent de AlphaVision ML maximaal 4 secties. Secties worden ook wel "blokken" of "partities"
genoemd. Een sectie bestaat uit één of meerdere zones (sensoren) en wordt gebruikt om een bepaald
gedeelte van het gebouw, winkel of woonhuis onafhankelijk van de rest in en uit te schakelen. De secties
worden op het LCD display van het bedieningspaneel weergegeven in de vorm van cijfers, bij de AlphaVision
ML zijn dit de cijfers 1 t/m 4. Links naast het LCD display zijn 4 sectie LED's ook aangeduid met de cijfers 1
t/m 4.
De 4 secties (partities) in de AlphaVision ML kunnen onafhankelijk van elkaar in- en uitgeschakeld worden.
In/uitschakeling geschiedt met een Pin-code, proximity pas of keyfob handzender. Welke en hoe sectie(s)
worden in/uitgeschakeld is afhankelijk van de manier van in/uitschakelen en de kenmerken die zijn
toegewezen aan de desbetreffende Pin-code of proximity pas. Het bedieningspaneel is ook voorzien van
navigator toetsen (rechter 4 toetsen). Via de navigator toetsen zijn 2 snelle inschakelmethodes mogelijk;
een totale inschakeling of een deelschakeling, ook wel TOTAAL en DEEL genoemd. Indien de gebruiker thuis
is, kan een gedeelte (DEEL) van de installatie ingeschakeld worden (bijvoorbeeld sectie 1 & 2). Op deze
manier ontstaat een veilige situatie maar toch voldoende bewegingsvrijheid in en bedrijf of huis. Indien de
gebruiker zijn pand of huis verlaat kan vervolgens het volledige (TOTAAL) systeem ingeschakeld worden
(bijvoorbeeld sectie 1, 2, 3 & 4) door eenvoudig op de TOTAAL toets te drukken. Tevens is een extra optie
door de installateur te programmeren (versneld schakelen) bij gebruik van de inschakeltoetsen (Deel en
Totaal) dat er geen gebruikerscode ingevoerd hoeft te worden. Uiteraard dient bij uitschakeling altijd een
gebruikerscode ingetoetst te worden. De installateur zal tijdens het programmeren aangeven welke secties
en dus zones actief zijn in de DEEL of TOTAAL schakeling.
Gebruikershandleiding AlphaVision ML
Rev. 1.3 – 15-12-2010
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave