Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Opmerking: Opmerking: Indien de draden omgekeerd worden
aangesloten, zal de pijl op de PCM
in de verkeerde richting wijzen.
Gebruik een geïsoleerd massa-aansluitpunt met een lage impedantie,
zoals een mag-anode of een aardbed.
Bij het aansluiten op een elektrische isolatieverbinding, kan de andere
pijp vaak een geschikt massa-aansluitpunt bieden.
Wanneer een aardpen wordt gebruikt, is voorzich-tigheid geboden,
omdat de impedantie vaak niet laag genoeg is. De paal dient op een
afstand van tenminste 45 m van de pijp te worden gepositioneerd voor
een gelijkmatige stroomverdeling, om meetfouten te voorkomen.

Foutzoeken

De PCM kan met een A-frame gebruikt worden. Deze geeft de gebruiker
de mogelijkheid mantel- of coating fouten aan (pijp)leidingen op te sporen.
Werkwijze
1
Verbind de zender met
de pijpleiding /kabel en de
aarde, zoals omschreven
2
Verbind de A-frame via de
kabel met de ontvanger
3
Zet de ontvanger aan
4
Selecteer de FF-Modus
(Fault Find-Modus) met de
funktietoets. In het display verschijnt een A-frame-symbool.
5
Steek de A-frame pootjes in de aarde, met de rode het dichtst bij de aarpen
6
De „FF-pijlen" geven de foutrichting aan. De pijl moet bij de aardpen vandaan wijzen
en het staafdiagram moet op nul staan.
7
Volg de (pijp)leiding/kabel, terwijl u de A-frame regelmatig en met gelijkmatige
afstanden in de grond steekt en daarbij de pijlweergave in de ontvanger in de gaten
houdt. Als er geen fouten worden gevonden, zullen de pijlen aan/uit knipperen en
de dB metingen zullen ongeregeld zijn
8
Let erop dat het rode A-frame "pootje" altijd richting de aardpen staat en houd de
ontvanger parallel met het A-frame. Zodra u dichtbij een fout komt, zal de pijl in één
richting continu oplichten en de dB-weergave in het display zal toenemen.
9
Volg de pijlrichting totdat de richting van de pijl omkeert.
10
°
Draai 90
naar links of rechts en beweeg van voren naar achteren. Wanneer de
pijl-terug op het display verschijnt, verplaats het A-frame dan naar achteren en weer
naar voren, afhankelijk van de richting van de pijl, tot het exacte punt is gevonden
waar pijl van richting verandert. De middenlijn van het A-frame ligt nu direct boven
de storing, vooropgesteld dat de gebruiker de storing direct boven de bekende
kabelpositie markeert.
11
Indien de plaats van de pijpleiding/kabel niet exact vastgesteld is, kan door het
omschakelen van de opspoormodus (toets 15) de leiding precies opgespoord
worden.
+
die de stroomrichting aangeeft
.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave