Voorzorgsmaatregelen
1. Zet altijd eerst de schakelaaar van de batterij op OFF. Het is normaal dat de oplader en batterij iets
opwarmen tijdens het opladen.
2. Tijdens lange perioden van niet-gebruik van de snoeischaar, wordt aanbevolen om de batterij om de 3
maanden op te laden om de autonomie ervan niet in gevaar te brengen.
3. Een nieuwe of een voor lange tijd ongebruikte batterij vereist 5 laad- en ontlaadcycli voordat de
maximale capaciteit wordt bereikt.
4. Als de batterij al is opgeladen, laad deze dan niet op na een paar minuten gebruik om de levensduur en
de effectiviteit ervan niet te verminderen.
5. Gebruik geen beschadigde batterij, en demonteer de lader of de batterij niet.
6. De batterij kan ontploffen bij contact met vuur. Verwarm de batterij niet.
7. Laad de batterij niet op in een vochtige ruimte of buiten.
8. Wanneer de batterijlading afneemt, neemt de snijcapaciteit van de snoeischaar af.
9. Zorg ervoor dat de elektrische snoeischaar is losgekoppeld voordat u deze oplaadt. Gebruik het niet
tijdens het opladen.
10. Bewaar de batterij niet in een vochtige ruimte.
Onderhoud en voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van de batterij
1. Laad de batterij niet op bij een omgevingstemperatuur lager dan 0°C of hoger dan 45°C.
2. Schakel de schakelaar uit voordat u de batterij aansluit. Als de schakelaar is geactiveerd, kan de batterij
per ongeluk verbinding maken met het apparaat.
3. Gebruik alleen de batterijlader die door de fabrikant is geleverd. Het gebruik van een acculader met
afwijkende kenmerken kan brand en andere gevaren veroorzaken.
4. Wanneer de batterij niet in gebruik is, houd deze dan uit de buurt van kleine metalen voorwerpen zoals
paperclips, munten, sleutels, spijkers en schroeven die kunnen leiden tot kortsluiting, omdat kortsluiting
kan leiden tot brandwonden of brand.
5. Demonteer of monteer de batterij niet opnieuw.
6. Maak geen kortsluiting in de batterij.
7. Gebruik de batterij niet in de buurt van een warmtebron.
8. Houd de batterij uit de buurt van vuur of water.
9. Gebruik of laad de batterij niet op in de buurt van een warmtebron of in direct zonlicht.
10. Introduceer geen spijkers, hamer, stamp, gooi of veroorzaak geen andere vorm van schade aan de
batterij.
11. Gebruik geen zwaar beschadigde of vervormde batterij.
12. Voer geen lassen uit bij de batterij.
13. Draai de polariteit van de aansluitingen niet om en ontlaad de batterij niet overmatig.
14. Sluit de batterij niet aan op een laadcontact of sigarettenaansteker.
15. Gebruik de batterij niet voor andere apparaten dan die welke door de fabrikant zijn aangegeven.
8