De manier wijzigen waarop je wordt gewaarschuwd
Als je de manier wilt wijzigen waarop je TomTom GO-navigatiesysteem je waarschuwt voor
gevarenzones, selecteer je de knop Geluiden en waarschuwingen in het menu Instellingen.
Je kunt wijzigen of je wordt gewaarschuwd of niet.
Als je bijvoorbeeld wilt wijzigen hoe je wordt gewaarschuwd voor een gevarenzone, ga je als volgt
te werk:
1. Selecteer Geluiden en waarschuwingen in het menu Instellingen.
2. Selecteer Veiligheidswaarschuwingen.
3. Selecteer Gevarenzones.
4. Geef aan of je altijd wilt worden gewaarschuwd of alleen als je te snel rijdt. Selecteer Nooit om
de waarschuwing uit te schakelen.
5. Selecteer de knop voor het vorige scherm.
Tip: als je alle hoorbare waarschuwingen wilt uitschakelen, selecteer je Instellingen en Ge-
luiden en waarschuwingen, en schakel je vervolgens Waarschuwingsgeluiden uit.
Symbolen voor gevarenzones
Gevarenzones worden in de begeleidingsweergave als symbolen weergegeven.
Als je een zone nadert, zie je een symbool dat de naderende zone en de afstand tot de zone
aangeeft. Er klinkt ook een waarschuwingsgeluid. Je kunt
gewaarschuwd
voor gevarenzones.
Als je het navigatiesysteem voor het eerst gebruikt, worden er waarschuwingsgeluiden we-
ergegeven voor de volgende typen zones:
Symbool op de kaart
Symbool op de
routebalk
de manier wijzigen waarop je wordt
Beschrijving
Gevarenzone - dit type waarschuwing wordt
alleen in Frankrijk gegeven.
Je ontvangt een waarschuwing aan het begin en
het einde van de gevarenzone.
Zolang je rijdt in een gevarenzone, wordt je
snelheid gecontroleerd. Als je de maximumsnel-
heid met meer dan 5 km/u overschrijdt, wordt de
routebalk rood. Als je maar een beetje harder
rijdt dan de maximumsnelheid, wordt de route-
balk oranje.
Gevarenzones hebben een minimale lengte van 4
km voor snelwegen, 2 km voor secundaire
wegen en 300 m voor wegen in de bebouwde
kom.
54