• Terwijl u de knoppen aan beide zijden
van het verbindingsstuk ingedrukt houdt,
steekt u de objectiefring loodrecht
helemaal in het verbindingsstuk zodat
de tanden van het verbindingsstuk
er tegenaan drukken, zoals in de
afbeelding wordt weergegeven. Houd
de objectiefring recht wanneer u deze in
het verbindingsstuk steekt.
3
Draai de schroeven aan om
het verbindingsstuk aan de
objectiefring te bevestigen.
• Als u de positie van het verbindingsstuk
aan de objectiefring wilt wijzigen,
beweegt u het langs de objectiefring
terwijl u de knoppen aan beide zijden
van het verbindingsstuk ingedrukt houdt.
• U ontkoppelt het verbindingsstuk
door de schroef los te maken en het
verbindingsstuk van de objectiefring te
halen. Houd het verbindingsstuk recht
terwijl u de schroef draait.
• Herhaal stap 1-3 om het andere
verbindingsstuk te bevestigen.
4
Bevestig de objectiefring, uitgerust
met de verbindingsstukken, aan
het objectief van de camera.
• Als de verbindingsstukken door
een cameragreep of ander obstakel
worden geblokkeerd, beweegt u
de verbindingsstukken terwijl u de
objectiefring bevestigt.
5
NL