BEHEERDER VAN DE INSTALLATIE
Inbedrijfstelling
INBEDRIJFSTELLING
De verwarmingsketel
bedrijf worden gesteld door de Technische Klantenservice
r, daarna kan de ketel automatisch werken.
Het kan echter voorkomen dat de beheerder van de instal-
latie genoodzaakt is de ketel zelf in werking te stellen,
- Controleren of de brandstof- en waterkraan van de
verwarmingsinstallatie open staan
- Controleren of de druk van de koude hydraulische
installatie altijd meer bedraagt dan 1 bar en minder
dan de voor het apparaat bepaalde max.limiet
- Wanneer de installatie over warmteregeling of
klokthermostaat(taten) beschikt controleren of die
geactiveerd is (zijn)
- De
klokthermostaat(taten)/omgevingsthermostaat
(taten) of warmteregeling afstellen op de gewenste
temperatuur (~20°C)
- De hoofdschakelaar van de installatie op "aan" zetten
- De hoofdschakelaar op het bedieningspaneel op
1 "aan" zetten en controleren of het groene lampje
brandt.
- De vereiste afstellingen uitvoeren zoals vermeld staat
in de specifieke handleiding van het aangeschafte
bedieningspaneel.
16
BEHEERDER VAN DE INSTALLATIE
RTQ 3S
r moet voor het eerst in
zonder tussenkomst van de Technische Klantendienst,
bijvoorbeeld na langdurige afwezigheid.
In dit geval moet degene die belast is met het beheer
van de installatie de volgende controles en handelingen
uitvoeren:
ON
OFF