Bedrijf
8.1 Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf
Explosiegevaar door hybride mengsels
Hybride mengsels zijn mengsels van brandbare stoffen met explosieve gas-luchtmengsels die bij
gelijktijdig uittreden samen een gevaarlijke explosieve atmosfeer kunnen vormen. Daarbij
kunnen veranderingen van de veiligheidstechnische kenwaarden optreden, zoals bv. wijziging
van de zone-indeling, toename van de explosiedruk, vermindering van de minimale
ontstekingsenergie en een vermindering van de te respecteren maximale temperaturen.
Dit kan een explosie tot gevolg hebben. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke
materiële schade veroorzaken.
• Om die reden moeten bij het optreden van hybride mengsels de relevante kenwaarden zowel
voor gas (zones 0, 1 en 2) als voor stof (zones 20, 21 en 22) in acht worden genomen. Of bij
een bepaalde hybride mengsels de voor een ontsteking maatgevende kenwaarden
ongunstig worden beïnvloed, moet in een individueel geval door een hiervoor bevoegde
instantie worden beoordeeld.
• Motoren met dubbel opschrift G (Gas) en D (stof) mogen bij gelijktijdige aanwezigheid alleen
na voorafgaande controle van de eigenschappen van de hybride mengsels door de gebruiker
worden ingezet.
Explosiegevaar
Deze machines met explosiebeveiliging zijn niet geschikt voor hybride explosieve omgevingen.
Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
Gebruik in een gas- en stofexplosieve omgeving is verboden!
Gebruik machines met onstekingsbeveiliging Verhoogde veiligheid "e" of "eb" en machines "na"
of "ec" in explosiegevaarlijke gebieden alleen volgens de maatstaf van de bevoegde
overheidsinstanties. Deze toezichthoudende instantie is verantwoordelijk voor de
risicobepaling van explosies (indeling in zones). De stoflaagdikte op machines voor Ex "t" mag
in geen geval dikker zijn dan 5 mm!
• Als in het EU-keuringscertificaat resp. op het vermogensplaatje geen andere informatie met
betrekking tot bedrijfsmodus en tolerantie staat vermeld, dan zijn elektrische machines
geschikt voor continu bedrijf en normale, niet vaak repeterende starts waarbij geen
noemenswaardige startverwarming optreedt. Gebruik deze machines uitsluitend voor de
bedrijfsmodus die op het vermogensplaatje is aangegeven.
• Alleen wanneer de machines niet in gebruik zijn, mag een eventueel aanwezige
stilstandsverwarming worden gebruikt.
Zie ook
Thermische bescherming (Pagina 45)
100
WAARSCHUWING
1MB..1/2/3/4 - Ashoogte 63 ... 355
Bedieningshandleiding, 10/2021, A5E45217862A