TA-SCOPE
De status van de selectie wordt weergegeven door pictogram,
7
Druk op de functietoets
8
afsluiterinstellingen.
Bij het loggen van debiet, drukverschil (∆p) of vermogen is
9
kalibratie vereist.
Druk op de Kalibratie-knop (1) op
10
de Dp Sensor.
De kalibratie is voltooid als er een
11
melding op het display verschijnt,
die zegt dat u de kalibratieknop
(2) kunt ontspannen.
Voer de gegevens voor afsluiter
12
en medium in voor de te loggen
afsluiter.
Als het loggen wordt gestart via de Waterzijdige Schema functie,
13
zie pagina 30, dan is de schema-rij actief en wordt de naam van
de groep weergegeven.
Als de afsluiter niet gekoppeld is aan een waterzijdig schema,
14
toont de schema-rij Ongedefiniëerd.
of
vóór de naam van de sensor in de lijst.
Opties voor loggen
Soort
Debiet loggen
Dp loggen
Temperatuur loggen
DT loggen
Vermogen loggen
Debiet en temp. loggen
Dp en temp. loggen
om door te gaan naar
Doorgaan
Afkorting
Benodigde sensoren
q
DpS
∆p)
DpS
Dp (
T
1 SPTP of 1 DTS
verbonden met DpS
∆T)
1 SPTP + 1 DTS (of 2 DTS)
DT (
verbonden met DpS
P
DpS & 1 SPTP + 1 DTS of
DpS & 2 DTS
q, T
DpS & 1 SPTP of
DpS & 1 DTS
∆p)
DpS & 1 SPTP of
Dp (
, T
DpS & 1 DTS
Dataloggen
2
1
,
45