Opnamen maken in de basisfunctie (Snelinstelling)
In de Snelinstelling kunt u eenvoudig opnamen maken met de instellingen van
Snelinstelling*, ongeacht de instellingen in het menu [A Opnemen].
1
Druk op de snelinstellingsknop in
de opnamestand.
Snelinstelling wordt geactiveerd.
Druk nogmaals op de Snelinstellingsknop om
terug te gaan naar de stand die actief was voordat
Snelinstelling werd geselecteerd.
2
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op de LCD-monitor wordt
groen als het onderwerp is scherpgesteld.
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
• In de Snelinstelling kunt u de informatie op de LCD-monitor niet wijzigen door
te drukken op de knop 4/W.
• In de Snelinstelling zijn het menu [A Opnemen] en het opnamestandpalet niet beschikbaar.
Als u probeert het menu [A Opnemen] of het opnamestandpalet weer te geven,
verschijnt - (slotpictogram) en de melding "Deze functie kunt u alleen gebruiken bij
uitgeschakelde Snelinstelling".
• Als u van de Snelinstelling bent overgeschakeld op de stand Q, kunt u het menu
[B Instellen] niet oproepen door op de knop 3 te drukken. Als u probeert het
menu [B Instellen] weer te geven, verschijnt - (slotpictogram) en de melding
"Deze functie kunt u alleen gebruiken bij uitgeschakelde Snelinstelling".
• Als de camera wordt uitgeschakeld in de Snelinstelling, is Snelinstelling weer actief
wanneer de camera opnieuw wordt ingeschakeld.
Ontspanknop
Knop Snelinstelling
4
38
38
38
53