NL
HANDMATIGE BELICHTINGSINSTELLING
▸
Ontspanner aantikken
▸
Gewenste belichting instellen (met sluitertijd-instelwiel of
diafragma-instelring van het objectief)
• In de Live View-modus vindt dit plaats met behulp van het
merkteken op de lichtschaal in de voetregel van het
monitorbeeld.
• Bij gebruik van de meetzoeker vindt dit plaats met behulp van
een uit drie LED's bestaande lichtschaal.
Behalve de voor een goede belichting benodigde draairichting van
het sluitertijd-instelwiel en de diafragma-instelring geven de drie
LED's van de lichtschaal in de zoeker op de volgende wijze
onder- en overbelichting evenals de juiste belichting aan:
Onderbelichting met minstens één diafragmastop;
naar rechts draaien
Onderbelichting met 1⁄2 diafragmastop;
naar rechts draaien
Juiste belichting
Overbelichting met 1⁄2 diafragmastop;
naar links draaien
Overbelichting met minstens één diafragmastop;
naar links draaien
Aanwijzingen
• Het sluitertijd-instelwiel moet op één van de ingegraveerde
sluitertijden of tussenwaarden zijn vastgeklikt.
• Bij langere sluitertijden dan 2 s wordt na het ontspannen in de
weergave de resterende belichtingstijd in seconden teruggeteld.
52
BELICHTINGSREGELING / FUNCTIES BIJ AUTOMATI-
SCHE BELICHTING
BELICHTINGSSIMULATIE
Met deze functie is een inschatting van het eff ect van de betreff en-
de belichtingsregeling op de afbeelding vóór de opname mogelijk.
Fabrieksinstelling:
Permanent
Bij
wordt het onderwerp in de Live View-modus
Permanent
lichtsterkte weergegeven die overeenkomt met de betreff ende
belichtingsregeling. Dit
wordt aangegeven met
2
Bij gebruik van de Visofl ex.
1
Dit geldt zolang de helderheid van het onderwerp en de ingestelde belichting geen te
2
lage of hoge helderheidswaarden opleveren en zolang de interne belichtingstijd niet
langer is dan 1⁄60 s.
in de
1
.