Instelling van de kaartweergave
Contextafhankelijk kan tussen verschillende weergavevarianten van de navi-
gatiekaart worden gewisseld. Bovendien kan een extra venster met aanvullen-
de navigatie-informatie worden weergegeven.
›
In het hoofdmenu Navigatie op drukken. Er wordt een lijst van functie-
toetsen weergegeven.
Lijst van functietoetsen
2D - Momentele wagenpositie in de 2D-kaartweergave
3D - Momentele wagenpositie in de 3D-kaartweergave
Doelweergave in de kaart (wordt pas na de routeberekening weergege-
ven)
Weergave van de route naar het reisdoel (wordt pas na de routebereke-
ning weergegeven)
Dag/nacht
Verandering van de kaartweergave, kleur resp. in grijstinten
Splitscreen
In-/uitschakelen van de splitscreenweergave in de kaart
48
Bediening
Kaartverschuiving
De kaart kan in elke willekeurige richting worden verschoven door het beeld-
scherm met de vinger aan te raken of de vinger over het beeldscherm te be-
wegen.
Schaalverandering
›
Met de menuknop
» Afbeelding 1
2
›
Door het beeldscherm met twee vingers aan te raken en de vingers uit elkaar
of naar elkaar toe te bewegen.
Functietoetsen en kaartweergavesymbolen
Toets
2D-kaart - De kaart draait en de rijrichtingspijl
ding 28
op pagina 46 wijst naar de bovenzijde van het beeld-
scherm, of het noorden is naar de bovenzijde van het beeld-
scherm gericht en de pijl
3D-kaart - De kaart draait en de rijrichtingspijl
ding 28
op pagina 46 wijst naar de bovenzijde van het beeld-
scherm (indien de kaartschaal groter is dan 100 km wordt de
kaart naar het noorden uitgericht).
» pagina
op pagina 5.
Betekenis
» Afbeel-
C
wijst in rijrichting
C
» Afbeel-
C
Toets
Door aantippen wordt de kaart op de wagenpositie uitgericht
(de functietoets verschijnt bijvoorbeeld bij het handmatig
verschuiven van de kaart)
De onder het symbool vermelde waarde geeft de hoogte bo-
ven de zeespiegel aan
Door indrukken van de toets wordt de kaartschaal gedurende
enkele seconden vergroot en vervolgens weer hersteld (snel-
weergave)
Weergave van de grootte van de handmatig ingestelde kaart-
schaal
Weergave van de grootte van de automatische kaartschaal
In-/uitschakelen van de autozoom gedurende de routegelei-
ding. De ingeschakelde autozoom wordt door een groen sym-
bool weergegeven. Indien de autozoom actief is, wijzigt de
kaartschaal automatisch, afhankelijk van de gereden route
(snelweg-grote kaartschaal/plaats-kleine kaartschaal)
a)
Om de hoogte boven de zeespiegel weer te geven, moet het signaal van minimaal 5 satellieten worden
ontvangen en de demo-modus van de routegeleiding mag niet zijn ingesteld.
De autozoom kan door het aanraken van → of door de verandering van
de kaartschaal worden uitgeschakeld. Door opnieuw aanraken van (groen
gemarkeerd functietoets) wordt de autozoom weer ingeschakeld. De auto-
zoom kan ook in de navigatie-instellingen worden in- resp. uitgescha-
keld.
» pagina 45
De autozoom werkt alleen als de kaart op de wagenpositie is uitgericht (de
functietoets met het symbool wordt niet weergegeven).
Verkeerstekens
De functie van de verkeerstekenweergave op het apparaatbeeldscherm kan
worden ingeschakeld
» pagina
45.
Het systeem biedt de mogelijkheid op het apparaatbeeldscherm de verkeers-
tekens
» Afbeelding 28
op pagina 46 weer te geven die in de navigatiege-
B
gevens zijn opgeslagen.
Bij een niet ingeschakeld splitscreen Verkeerstekens wordt op het apparaat-
beeldscherm slechts een verkeersteken weergegeven.
Inschakelen van de functie van de verkeerstekenweergave
Betekenis
a)
» pagina
Beschrijving van het navigatiesysteem
45.
47