SLEUTEL, FM-AFSTANDSBEDIENING: gebruik
2
1
3
Portieren vergrendelen
Druk op de vergrendelknop 1.
Het vastmaken wordt zichtbaar door twee
keer knipperen van de knipperlichten en de
zijknipperlichten:
Als een portier (of de achterklep) geopend
of niet goed gesloten is, worden de portieren
snel vergrendeld en weer ontgrendeld en
knipperen de knipperlichten en de zijknip-
perlichten niet.
NB: tijdens het laden van de tractiebatterij
zal door het vergrendelen van de portieren,
ook het laadsnoer aan de auto worden ver-
grendeld.
1.16
Ontgrendelen van de portieren
Met een druk op knop 2 wordt ontgrendeld.
Het ontgrendelen ziet u aan het één keer
oplichten van de knipperlichten en de zij-
knipperlichten.
NB: als de portieren worden ontgrendeld,
wordt de koppeling van het laadsnoer aan
de auto ook ontgrendeld.
Wanneer de motor is gestart, werken de
knoppen van de card niet.
Het knipperen van de alarmknipperlich-
ten licht u in over de staat van de auto:
– een knippering geeft aan dat de
auto helemaal ontgrendeld is;
– twee keer oplichten geeft aan dat de
auto helemaal vergrendeld is.
Ontgrendelen/vergrendelen van
alleen de achterklep
(voor sommige landen)
Druk op het knopje 3 om de achterklep te
ontgrendelen of te vergrendelen.
Het ontgrendelen ziet u aan het één keer
knipperen van de knipperlichten en zijknip-
perlichten als de portieren van de auto ver-
grendeld zijn.
Het vergrendelen van de achterklep ziet u
aan het twee keer knipperen van de knipper-
lichten en zijknipperlichten als de portieren
van de auto vergrendeld zijn.
Verantwoordelijkheid van de
bestuurder
Laat uw sleutel nooit, zelfs niet
eventjes, in de auto liggen als
u de auto verlaat en er een kind (of dier)
in de auto zit.
Het kan zichzelf of anderen in gevaar
brengen door de motor te starten, door
organen te bedienen zoals bijvoorbeeld
de ruitbediening, of de portieren te ver-
grendelen.
Risico van ernstige verwondingen.