Bij het gebruik van 2 of meer lampen voor het
verlichten van het operatieveld moet de gebruiker
het volgende in acht nemen om de toegestane
totale stralingsintensiteit niet te overschrijden:
– Stel de lampen in op de minimale
verlichtingssterkte die nodig is om het
operatieveld voldoende te verlichten. Indien
een grotere verlichtingssterkte slechts tijdelijk
is vereist, reduceer de verlichtingssterkte dan
weer zodra deze niet langer nodig is.
– Als de maximale of vrijwel maximale
verlichtingssterkte van een lamp noodzakelijk
is, moet ervoor worden gezorgd dat de
Positioneren van de MedView-camera
A
De MedView-camera (A) is permanent
aangebracht in de lampbehuizing. De camera
bevindt zich in een segment naast de LED-
lichtbronnen.
Gebruiksaanwijzing Polaris 600
verlichtingssterkte van de andere lampen wordt
gereduceerd en deze niet op het operatieveld
schijnen.
Operatiekamer met turbulentarme
verdringingsstroming (laminaire stroming)
Bij het gebruik van lampen in een operatiekamer
met turbulentarme verdringingsstroming moet de
gebruiker van de lamp het volgende in acht
nemen:
– De lampbehuizingen moeten zo ver mogelijk
van het operatieveld verwijderd worden
gepositioneerd (zonder dat dit een nadelige
invloed heeft op de optimale verlichting).
B
Positioneer de lampbehuizing zo dat de
MedView-camera te allen tijde een
onbelemmerde zichtlijn (B) heeft.
De optimale afstand tussen de MedView-
camera (gemeten vanaf de glasplaat van de
operatielamp) en het operatieveld bedraagt
90 cm tot 130 cm (35,43 in tot 51,18 in).
Bediening
39