4. De pc plaatsen
Een juiste opstelling van uw pc is een belangrijke factor voor een comfortabele be-
diening van uw pc.
4.1. Plaats van opstelling
•
Zet alle apparaten op een stabiele, vlakke en trillingvrije ondergrond en gebruik
ze alleen op een dergelijke ondergrond om storingen in de werking van de pc te
voorkomen.
•
Houd uw pc en alle aangesloten apparaten uit de buurt van vocht en vermijd
stof, hitte en directe zonnestraling. Zo voorkomt u storingen en beschadiging
van de pc.
•
Uw pc is niet geschikt voor gebruik op beeldschermwerkplekken zoals bedoeld
in §2 van de Duitse verordening inzake beeldschermwerkplekken.
4.2. Omgevingsomstandigheden
•
De pc kan worden gebruikt bij een omgevingstemperatuur van +5 °C tot +30 °C
en bij een relatieve luchtvochtigheid van 20% tot 80% (niet condenserend).
•
In uitgeschakelde toestand kan de pc worden opgeborgen bij een temperatuur
van -40 °C tot 65 °C.
•
Neem de pc nadat deze is vervoerd pas weer in gebruik nadat deze de omge-
vingstemperatuur heeft aangenomen. Bij grote schommelingen in temperatuur
of luchtvochtigheid kan er door condensatie vocht in de pc komen, waardoor er
kortsluiting kan optreden.
4.3. Ergonomie
Voorkom verblindingseffecten, weerspiegelingen en te sterke licht-don-
kercontrasten om uw ogen te sparen.
De monitor mag niet vlak bij het raam staan, omdat het buitenlicht de werkruimte
hier het felst verlicht. Bij dit licht is het moeilijker voor uw ogen om zich aan te pas-
sen aan de donkere monitor.
Zet de monitor altijd zo, dat de richting waarin u ernaar kijkt, parallel loopt aan het
raam.
De parallelle kijkrichting moet ook in acht worden genomen bij kunstlicht. Dat wil
zeggen: bij verlichting van de werkruimte met kunstlicht gelden in principe dezelf-
de criteria en dezelfde redenen.
Als het niet mogelijk is om het beeldscherm zo op te stellen als hier is beschreven,
kunnen de volgende maatregelen zinvol zijn:
•
het beeldscherm draaien, lager zetten of schuin zetten;
•
lamellen of verticale screens voor de ramen aanbrengen;
14