9.5.10 - REINIGING VAN DE RADIATEURBEHUIZING EN DE RADIATEUR
LET OP
Het reinigen van de radiateurbehuizing en de radiateur dient dagelijks of elke 8
bedrijfsuren te gebeuren.
A
De radiateurbehuizing (A) moet zowel inwendig als uitwendig worden gereinigd.
Reinig met een straal perslucht of met speciale producten volgens de instructies op de verpakkingen
van de producten. Droog de gewassen delen na voltooiing van de bewerkingen.
Om de efficiëntie van het koelsysteem te verhogen, naast reiniging via de omkeerbare ventilator
(paragraaf 6.3.19), is het raadzaam om eventuele stofsporen van de radiateur te verwijderen.
Om de radiateur schoon te maken, tilt u de radiateurbehuizing (A) op en reinigt u de buitenkant van de
radiateur (B) met een straal perslucht of met specifieke producten, volgens de instructies op de
productverpakking. Droog de gewassen delen na voltooiing van de bewerkingen. Sluit de
radiateurbehuizing (A).
Reinig de roosters (C) aan beide zijden.
De sensor die op de motor is geïnstalleerd en de koelvloeistoftemperatuur detecteert, heeft drie
triggerdrempels:
1.
Bij 95 °C geeft de RC40/T400 een hoorbare waarschuwing en een alarm op het scherm;
2.
Bij 100°C stopt de hydraulische motor van de apparatuur op de RC40/T400;
3.
Bij 105°C wordt de RC40/T400-warmtemotor uitgeschakeld.
WAARSCHUWING
Als de motortemperatuur de maximale limiet overschrijdt, verschijnt het bijbehorende
symbool op het scherm en wordt de hydraulische motor van het gereedschap
uitgeschakeld.
C
100
B