Locatie unit
Unit instellen
Een speciale vloer of fundering is niet nodig als de
locatie van de unit waterpas is en sterk genoeg is om
het bedrijfsgewicht van de unit te dragen (zie onder
Gewichten).
Voor meer informatie over vloeren en funderingen
verwijzen wij u het technische bulletin of de
installatiehandleiding van de unit. Handleidingen zijn
verkrijgbaar bij de Trane vestiging in uw regio.
HVAC-apparatuur moet zodanig worden geplaatst dat
dit zo min mogelijk geluids- en trillingsoverlast voor
de gebruikersruimten in het gebouw oplevert. Indien
de apparatuur wordt geplaatst in de directe nabijheid
van een gebouw, moet de ruimte ernaast leegstaan of
gebruikt worden als opslagruimte, technische ruimte,
enz. Aanbevolen wordt om de apparatuur niet te plaatsen
naast geluidsgevoelige delen van het gebouw waar
mensen werken of wonen, en niet bij het raam. Wanneer
de apparatuur uit de buurt van structuren wordt geplaatst,
wordt ook weerkaatsing van het geluid, en dus een hoger
geluidsniveau, voorkomen.
Isolatie en geluidsemissie
Geluid dat door de constructie wordt overgedragen, kan
worden verminderd m.b.v. rubberen trillingsdempers.
Elastomeren trillingsdempers kunnen het geluid dat
wordt gegenereerd door compressoren in het algemeen
beperken. Het gebruik van dergelijke dempers wordt
dan ook aangeraden in het geval van geluidsgevoelige
installaties. In kritische situaties moet altijd een
geluidstechnicus worden geraadpleegd.
Afbeelding 9 - Voorbeeld van installatie
Betonnen vloer
Voor een optimale isolatie moeten ook de waterleidingen
en elektrische leidingen worden geïsoleerd. Gebruik
wanddoorvoeren en leidingsteunen met rubber om
geluidsoverdracht via waterleidingen te beperken. Voor
demping van geluidsoverdracht via elektrische kabelgoten
kunnen fl exibele tussenstukken worden gebruikt.
De nationale en lokale wetgeving inzake geluidsemissie
moet altijd worden gerespecteerd. Aangezien de
omgeving waarin een geluidsbron wordt geplaatst van
invloed is op de geluidsdruk, moet de locatie voor de unit
weloverwogen worden gekozen. Op aanvraag zijn de
geluidsvermogenniveaus van koelmachines beschikbaar.
10
Isolatie leidingen
Gekoeldwaterleidingen
moeten worden ondersteund
Trillingsdempers
Trillingsdempers
Flexibele elektrische
leidingen
Onderhoud
Er moet voldoende ruimte vrijgelaten worden voor
onderhoud aan en reparatie van de condensor en
de compressor. De aanbevolen vrije ruimte voor
onderhoudsdoeleinden wordt vermeld onder Afmetingen
en dient als richtlijn. Er moet ook voldoende ruimte zijn
om de deur van het regelpaneel te openen en routine-
onderhoud uit te voeren. Lokale wettelijke bepalingen
prevaleren altijd.
Locatie unit
Algemeen
Een ongehinderde luchtstroom door de condensor is
essentieel om de koelcapaciteit en effi ciëntie van het
systeem te handhaven. Bij bepaling van de locatie voor de
unit is belangrijk dat de luchtstroming over de koelribben
van de condensor voldoende is. Twee schadelijke condities
zijn mogelijk en moeten worden vermeden: hercirculatie
van warme lucht en blokkering van de wisselaar.
Hercirculatie van warme lucht treedt op als de afvoerlucht
van de condensorventilatoren gerecycled wordt naar de
inlaat van de condensorwisselaar. De wisselaar wordt
geblokkeerd wanneer de vrije luchtstroom naar de
condensor beperkt wordt.
Let op dat zich bij de condensorwisselaars en
ventilatorafvoer geen sneeuw of andere obstakels
bevinden zodat de luchtstroom toereikend is en de unit
correct werkt. Er mogen zich geen vuil en vreemde
deeltjes ophopen in de buurt van de luchtgekoelde
koelmachine. Door de beweging van de toevoerlucht
kan er vuil in de condensorwisselaar komen, met als
gevolg dat de ruimte tussen de lamellen van de wisselaar
verstopt raakt en de wisselaar geblokkeerd wordt.
Zowel de hercirculatie van warme lucht als de blokkering
van de wisselaar leidt tot een lager rendement en
vermogen van de unit vanwege de hogere opvoerdruk
waarmee dit gepaard gaat. De luchtgekoelde Conquest
koelmachine heeft in dergelijke situaties een voordeel ten
opzichte van apparatuur van andere merken. De lagere
luchtstroming heeft minimaal effect op de werking dankzij
de geavanceerde regelaar van de koelmachine.
De microprocessor 'begrijpt' de omgeving waarin de
koelmachine werkt en past zich daarop aan door de
prestaties te optimaliseren aan de ongebruikelijke
omstandigheden. Een hoge omgevingstemperatuur
in combinatie met en beperkte luchtstroming zal in
het algemeen er niet toe leiden dat de luchtgekoelde
koelmachine CGAX wordt uitgeschakeld. Bij andere
koelmachines zou onder dergelijke omstandigheden
de hogedrukafslag geactiveerd worden.
Zijwind die recht op de condensor staan, draagt
in een warmere omgeving bij aan een effi ciënte
werking. Maar bij een lagere omgevingstemperatuur
is een dergelijke wind schadelijk omdat er niet
voldoende opvoerdruk is. Er moeten dan ook speciale
maatregelen worden getroffen indien er sprake is
van een lage omgevingstemperatuur. Geadviseerd
wordt om luchtgekoelde koelmachines bij lage
omgevingstemperaturen te beschermen tegen directe
wind met een snelheid van meer dan 4,5 m/s.
CG-PRC026C-NL