1.4.3. Bedrijf
1.4.4. Bijzondere werkzaamheden in het kader van het gebruik van de machine
12/73
Werk nooit zo, dat de veiligheid in gevaar komt!
Neem dusdanige maatregelen dat de minikraan alleen in veilige en bedrijfsgerede staat wordt
gebruikt.
Controleer de minikraan minstens eenmaal per ploegendienst op uiterlijk zichtbare beschadigingen en
gebreken. Meld opgetreden veranderingen (inclusief het gedrag tijdens bedrijf) onmiddellijk op de
aangewezen plaats / bij de bevoegde persoon. Machine event. onmiddellijk stilzetten en tegen
herinschakelen beveiligen.
Zet de minikraan bij functiestoringen onmiddellijk stop en op veilig. Laat storingen onmiddellijk
verhelpen! Elektrotechnische werkzaamheden mogen alleen door geschoolde elektriciens uitgevoerd
worden.
Bij een windkracht groter dan 7 Bft. (15 m/sec.) of bij naderend onweer moet de minikraan
onmiddellijk gedemonteerd en van het stroomnet ontkoppeld worden.
Het vervoeren van personen, werkmaterialen en andere werktuigen is verboden.
Onder zwevende lasten mogen zich geen personen ophouden.
De LISSMAC minikraan mag alleen met een goedgekeurde LISSMAC steengrijper gebruikt worden.
Het kettingblok beschikt over een mechanische koppeling. De aangehangen last wordt mechanisch
door de typespecifieke vorm van het grijpwerktuig vastgehouden.
De arm en de ballast moeten zich binnen de actieradius vrij kunnen bewegen. In dit gebied mogen er
geen voorwerpen of personen aanwezig zijn.
De LISSMAC minikraan blijft ook bij overbelasting stabiel. Het kettingblok is op de maximaal
toegestane draagkracht met inachtneming van de veiligheid ingesteld.
Ter bescherming tegen het versnellen van de last, moet de last langzaam vrij bewogen worden.
Het bewegen van de minikraan is pas toegestaan wanneer er geen gewicht aan het kettingblok hangt.
De ketting van het kettingblok moet helemaal naar binnen bewogen zijn. Het kettingblok bevindt zich
in de achterste positie en is met de steekbout van de loopkat (pos. 19) gezekerd.
Houd u aan de in deze bedrijfshandleiding voorgeschreven instel-, onderhouds- en
inspectieactiviteiten, inclusief instructies over de vervanging van onderdelen/modules. Deze
activiteiten mogen enkel door bevoegd vakkundig personeel uitgevoerd worden.
Informeer het bedieningspersoneel vóór de aanvang over bijzondere en onderhoudswerkzaamheden!
Wijs een toezichthoudende persoon aan.
Als de minikraan bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden geheel is uitgeschakeld, dan moet hij
worden beveiligd tegen onverwacht opnieuw inschakelen en als zodanig gemarkeerd worden.
Voor het reinigen van de minikraan moeten alle openingen afgedekt en dichtgetaped worden waarin,
omwille van de veiligheid en/of de werking, geen reinigingsmiddel mag doordringen. Bijzonder
kwetsbaar zijn elektromotoren, schakelaars en steekverbindingen.
Na het reinigen moeten de afdekkingen/stukken tape volledig verwijderd worden.