2
'Lasprocedure' selecteren
2
'Procedure' selecteren
3
Als alternatief kan de lasprocedure ook via de statusregel worden geselecteerd
(vergelijk met de vanaf pagina
Het overzicht van de beschikbare lasprocedures wordt weergegeven.
"TIG" of "TIG-koude draad" of "DynamicWire" selecteren
4
'Bedrijfsmodus' selecteren
5
Het overzicht van de bedrijfsmodi wordt weergegeven.
7
De gewenste bedrijfsmodus selecteren
6
Alleen voor koudedraad- en DynamicWire-toepassingen:
7
"Extra materiaal" selecteren en instellen
4
4
36
beschreven selectie).
3
4
5
6
81