WR 2
Aanwijzing
7.2
Speciale functies menu 2 selecteren
Speciale functies
LEVEL
ID
FCC
AUTO CHANNEL
SP BUTTON
ECO
HAP LOCK
HI / LO CONTROL
1. Gewenst kanaal ┌ 1 ┐, ┌1·2 ┐ of ┌ 2 ┐ voor het invoeren van de
speciale functies selecteren.
2. Toetsen UP en DOWN tegelijk ingedrukt houden.
Na 4 sec. verschijnt op het display "– 2 –".
3. Toetsen loslaten.
De selectie van de speciale functies van het menu 2 is
geactiveerd.
De instellingen kunnen nu uitgevoerd worden.
Met toetsen ┌ 1 ┐ en ┌1·2┐ menupunten selecteren.
Met toets ┌ 2 ┐ menu opnieuw verlaten (EXIT).
Manometerdrempel vastleggen
− Met deze functie kan het onderhoudsinterval van het
soldeerruimwerktuig vastgelegd worden. Hierbij wordt de waarde
in mbar vastgelegd, waarbij de elektrische manometer bij een
vervuild zuigsysteem een waarschuwingsmelding veroorzaakt
(LED (3) van de vacuümpomp springt van groen op rood).
De ingestelde waarde hangt van de gebruikt zuigmonden af.
− Fabrieksinstelling: -600 mbar
Instelbaar: -400 mbar tot -800 mbar
1. Systeem (punten en filters) moet vrij zijn
2. Menupunt LEVEL in het menu 2 selecteren.
3. LEVEL-drukwaarde met de toets UP of DOWN instellen.
De LED-regelcontrole schakelt van rood op groen heen en weer.
Met toets UP de onderdruk met 50 tot 80 mbar verhogen, de
vacuümslang samendrukken en controleren of het controlelampje
van groen op rood springt.
4. Met toets ┌ 1 ┐ (terug) of ┌1·2┐ (vooruit) naar het volgende
menupunt gaan.
Stationidentificatie (ID-code) instellen
Aan elk station kan een stationidentificatie (ID-code) toegewezen
worden om ondubbelzinnig geïdentificeerd te kunnen worden.
1. Menupunt REMOTE ID in het menu 2 selecteren.
2. Met toets UP of DOWN een ID invoeren
(mogelijke waarden 0 – 999).
3. Met toets ┌ 1 ┐ (terug) of ┌1·2┐ (vooruit) naar het volgende
menupunt gaan.
Toets ┌ 2 ┐ indrukken om het menupunt zonder veranderingen te
verlaten (EXIT).
Navigatie
↑
┌ 1 ┐
↓
┌1·2┐
EXIT
┌ 2 ┐
CH wissel
Air
15-20