6.8
Branderkop
De branderkop bestaat uit een cilinder met hoge thermische
weerstand, en op zijn oppervlak zijn vele boorgaten aangebracht,
gewikkeld in een metalen "net". Het mengsel lucht-gas wordt in
de cilinder geduwd, en komt langs de omtrekboringen uit de kop.
Het begin van de verbranding gebeurt langs de ontsteking van
het mengsel lucht-gas door toedoen van de elektrode.
Het metalen "net" is het fundamentele element van de brander-
kop, omdat het de prestaties van de brander aanzienlijk verbe-
tert.
De vlam die wordt ontwikkeld op het oppervlak van de kop omvat
perfect het net bij de maximum werking. Hierdoor zijn hoge mo-
duleringsverhoudingen mogelijk, tot 6:1, en het gevaar op de te-
rugkeer van de vlam bij de minimum modulering wordt vermeden.
De vlam wordt gekenmerkt door een uiterst compacte geometrie,
waardoor elk risico op contact tussen de vlam en de delen van de
ketel, en dus ook het risico op een slechte verbranding wordt ver-
meden.
Door de structuur van de vlam worden kleine verbrandingska-
mers ontwikkeld, zodat dit kenmerk wordt benut.
6.9
Parameters instelling en veiligheid (geprogrammeerde controledoos)
Nr. Parameter
1
Tijd van voorventilatie
2
Veiligheidstijd
3
Tijd stabilisatie vlam
4
Pogingen tot ontsteking
5
Naventilatietijd
6
Voorontstekingstijd
7
Pogingen in geval van vlamverlies in werking
8
Voor- en naventilatiesnelheid
9
Toerental ventilator: toerental lading ontsteking (P0)
10
Toerental ventilator: toerental minimum lading (P1)
11
Toerental ventilator: toerental normale lading (P2)
Grenswaarde toerental lading ontsteking (P0) minimum
12
grenswaarde
Grenswaarde toerental lading ontsteking (P0) maximum
13
grenswaarde
Grenswaarde toerental minimum lading P1: minimum
14
grenswaarde
Grenswaarde toerental minimum lading P1: maximum
15
grenswaarde
16
Grenswaarde toerental normale lading P2: minimum grenswaarde
17
Grenswaarde toerental normale lading P2: maximum grenswaarde
18
Maximum toerental ventilator
19
Stijgende baan minimum lading nominale lading
20
Dalende baan nominale lading minimum lading
21
Impulsen voor rotatie
Analoge ingang (noodzakelijk potentiometer retoursignaal
22
ASZxx.3x)
0: ingang met 3 punten
1: 0-10 V
2: 0-135
3: 0-20 mA
4: 4-20 mA met vergrendeling bij I < 4 mA
5: 4-20 m
20149638
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
D9714
Voordat de brander wordt aangeschakeld, wordt
aanbevolen de gasstraat zodanig af te stellen dat
de ontsteking plaatsvindt in optimale veiligheids-
omstandigheden en dus met een zeer zwak gas-
VOORZICHTIG
debiet.
OEM-preset
RS 150 S/
RX 150 S/
PV
PV TL
30
3
10
3
0
3
1
5300
2100
1320
5800
2100
4020
1320
2280
4020
6000
8400
20
20
2
0
30
NL
Parameters Kit
geprogrammeer
de PME 0-10V
QUICK START
30
30
3
3
10
10
3
3
0
0
3
3
1
1
5300
5300
2100
2100
1320
1320
5800
5800
2100
2100
4020
4020
800
800
2280
2280
4020
4020
6000
6000
8400
8400
20
20
20
20
2
2
1
1
Afb. 17
Waarde
Seconden
Seconden
Seconden
Nummer
Seconden
Seconden
Nummer
Toeren/min
Toeren/min
Toeren/min
Toeren/min
Toeren/min
Toeren/min
Toeren/min
Toeren/min
Toeren/min
Toeren/min
Toeren/min
Seconden
Seconden
Impulsen/toer
-
Tab. Q