6.6 Hoofdsteun (Fig. 6.3)
Op maat maken van de hoofdsteun:
Monteer met behulp van de meegeleverde schroeven
en bouten de beugel van de hoofdsteun aan die van de
rugleuning.
Indien nodig, verstelt u de hoofdsteun van de rugleuning in een
horizontale richting.
Zorg ervoor dat de bouten goed worden aangedraaid.
De hoogte van de hoofdsteun wordt gewijzigd door op het
vergrendelingssysteem te drukken
(veerdruksysteem) en de hoofdsteun op of neer te bewegen.
Laat de vergrendelingshendel los. Wanneer de hoofdsteun in
positie staat, geeft de vergrendeling een hoorbare klik.
De hoofdsteun wordt ten opzichte van de zitdiepte aangepast
door de scharnierende bouten met een 5 mm inbussleutel en
een 13 mm moersleutel los te draaien. Pas de positie aan en
draai de bouten goed vast.
Om de hoek van de hoofdsteun aan te passen, draait u de
schroeven bij de bekleding van de hoofdsteun los, zet de
hoofdsteun in de gewenste positie en draait u de schroeven
weer aan.
WAARSCHUWING!
•
Als de hoofdsteun onderdeel uitmaakt van de opties die
voor de gebruiker zijn geselecteerd, rijd dan niet in de
stoel zonder dat de hoofdsteun is bevestigd.
•
Gebruik de rolstoel nooit zonder hoofdsteun als een
persoon in de rolstoel wordt vervoerd in een voertuig.
6.7 Elektrisch zitsysteem
WAARSCHUWING!
•
Het is mogelijk de richting van een actuator in verhouding
tot de joystick te veranderen. Controleer of u weet in
welke richting de joystick bewogen moet worden om de
gewenste handeling uit te voeren. Wanneer u dit niet doet,
kan dit leiden tot schade en/of persoonlijk letsel.
•
De elektrisch aangedreven zitfuncties kunnen in 'latch'
mode worden gebruikt. Om een 'latch' zitfunctie te
stoppen voordat het eindpunt is bereikt, beweegt u de
joystick in de achterwaartse richting.
6.7.1
Elektrisch verstelbare rugleuning
WAARSCHUWING!
• Het verlagen van de rugleuning met een hoek van meer dan
15° ten opzichte van verticaal verandert de balans van uw
rolstoel.
• Overschrijd nooit de 15° rughoek wanneer u zich op een
helling bevindt of wanneer u met uw rolstoel rijdt.
• Als het klinisch veilig is, zet u de rugleuning weer rechtop
tijdens het rijden.
Rev. 3.0
6.7.2
Elektrisch aangedreven zitlift
De zitting kan met behulp van uw bedieningssysteem
maximaal 300 mm omhoog worden gebracht.
WAARSCHUWING!
•
Controleer of de directe omgeving van de rolstoel vrij is
van obstakels wanneer u de zitliftfunctie wilt gebruiken.
•
Denk hierbij aan planken aan de muur, maar ook aan
kleine kinderen of huisdieren.
•
Tijdens het gebruik van de zitlift wordt de rijsnelheid van
de rolstoel beperkt.
6.7.3
Elektrisch aangedreven stoelfuncties
De zitpositie kan via uw bedieningssysteem worden
veranderd.
WAARSCHUWING!
•
Controleer of de directe omgeving van de rolstoel vrij is
van obstakels wanneer u de een van de stoelfuncties wilt
gebruiken, (Fig. 6.4).
•
Denk hierbij aan planken aan de muur, maar ook aan
kleine kinderen of huisdieren.
•
Wanneer een van de functies van de stoel in gebruik is,
wordt de rijsnelheid van de rolstoel beperkt.
•
Wanneer een van deze functies gelijktijdig met een
andere elektrisch aangedreven optie wordt gebruikt, komt
de rolstoel volledig tot stilstand.
Fig. 6.3
OPMERKING: Wanneer de stoel in de hoogst mogelijke stand
staat, is de maximale snelheid beperkt tot ongeveer 10% van
de normale waarde. Dit staat bekend als de 'kruipmode'.
Door het omhoog brengen van de stoel, in combinatie
met andere elektrische opties, zoals kantelverstelling of
beensteunen, kunnen, afhankelijk van de programmering,
de normale rijfuncties worden opgeschort. Dit is volkomen
normaal en het is een veiligheidskenmerk.
Om de rolstoel weer te laten rijden, brengt u de opties van de
stoel terug in uitgangspositie.
Fig. 6.4
1500 mm
Jive M2 Sedeo Ergo
125