Snelkoppelingen toevoegen
a
Druk op
(Instell.).
b
Druk op s of t op het touchpanel om
Instellingen snelkoppeling
weer te geven.
Druk op Instellingen
snelkoppeling.
c
Druk op
,
geen snelkoppeling is toegevoegd).
OPMERKING
Snelkoppelingen die nog vrij zijn, worden
weergegeven met -Leeg- als naam.
d
Lees de informatie op het touchscreen
en druk op Volgende om de modi
Kopie, Fax en Scannen weer te
geven.
e
Druk op Kopie, Fax of Scannen voor
de modus van uw nieuwe
snelkoppeling.
Als u op Scannen drukt, druk dan op
s of t om Scan nr media,
Scan nr netwerk of Scan nr FTP
weer te geven en druk vervolgens op het
type scan dat u wilt instellen.
Ga op een van de volgende manieren te
werk.
Als u op Scan nr media drukt,
gaat u naar stap f.
Als u op Scan nr netwerk of
Scan nr FTP drukt, druk dan op
s of t om de profielnaam weer te
geven en druk erop. Ga naar stap i.
f
Druk op s of t om de beschikbare
instellingen weer te geven voor de in
stap e gekozen modus en druk
vervolgens op de instelling die u wilt
aanpassen.
of
(waaraan nog
g
Druk op s of t om de beschikbare
1
opties voor de instelling weer te geven
en druk vervolgens op de nieuwe optie
die u wilt instellen.
Herhaal stap f en g tot u alle
instellingen voor deze snelkoppeling
hebt geselecteerd.
h
Druk op OK wanneer u klaar bent met
het kiezen van de instellingen.
i
Geef een naam voor de snelkoppeling
op via het toetsenbord op het
touchscreen. (Zie Tekst invoeren
uu pagina 150 voor informatie over het
invoeren van letters.)
Druk op OK.
j
Druk op s of t om de weergegeven lijst
met geselecteerde instellingen te
controleren en bevestigen.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Ja om de snelkoppeling op
te slaan. Ga naar stap k.
Druk op Nee om terug te keren naar
stap f.
k
Lees de informatie op het touchscreen
en druk vervolgens op OK ter
bevestiging.
l
Druk op
OPMERKING
Indien benaderd via Instell. wordt -Leeg-
weergegeven.
Algemene informatie
.
1
11