8 Elektrische aansluiting
Positie
C
D
8.3
AC-kabels aansluiten
Voorwaarden:
☐ De aansluitvoorwaarden van de netwerkexploitant moeten worden aangehouden.
☐ De netspanning moet binnen het toegestane bereik liggen. Het precieze werkbereik van de
omvormer is in de bedrijfsparameters vastgelegd.
Vereist materiaal (niet bij de levering inbegrepen):
☐ Beschermvet (alleen bij aders van aluminium)
☐ 4 krimpslangen
☐ 4 ringkabelschoenen met gatdiameter 12 mm (bij aders van aluminium
bimetaalkabelschoenen van aluminium en koper)
Werkwijze:
1. Schakel de AC-leidingbeveiligingsschakelaar van alle 3 de fasedraden uit en beveilig deze
tegen opnieuw inschakelen.
2. Zorg ervoor dat alle 4 DC-lastscheiders zijn
uitgeschakeld en herinschakelen beveiligd zijn.
3. Het kabelcompartiment openen (zie hoofdstuk 7, pagina 35).
4. Ontmantel de AC-kabel tot maximaal 375 mm.
Wanneer de optionele AC-afdichtingsplaat wordt gebruikt, alle 4 kabels tot maximaal
375 mm ontmantelen.
5. Strip L1, L2, L3 en aardleiding telkens over een lengte van 30 mm.
6. Bij leidingen van aluminium de aanwezige
oxidatielaag verwijderen en beschermvet op de
leiding aanbrengen
40
STP110-60-BE-nl-16
Aanduiding
Kabelschroefverbinding voor de aansluiting van de communicatie
Kabelschroefverbinding voor de AC-aansluiting
SMA Solar Technology AG
4x
4x 4x
ON
OFF
Bedieningshandleiding