Gebruikershandleiding
5
Instellingen en aanpassingen
De installateur voert de basisinstellingen van de warmtepomp in tijdens de installatie. Hieronder worden een
aantal instellingen en aanpassingen beschreven die u zelf kunt uitvoeren.
N
5.1
Bedrijfsmodus instellen
OPERAT.
AUTO
COMPRESSOR
AUX. HEATER
HOT WATER
U kunt de volgende bedrijfsmodi selecteren:
Bedrijfsmodus Betekenis
De installatie is volledig uitgeschakeld. Deze modus wordt ook gebruikt om alarmen te be-
(UIT)
vestigen en te resetten.
AUTO
De warmtepomp regelt automatisch de werking van de compressor en de bijverwarming (in-
dien geïnstalleerd en geactiveerd in het systeem).
COMPRESSOR Het regelsysteem wordt zo bestuurd dat alleen het buitengedeelte (de compressor) kan wer-
ken. Omdat de bijverwarming niet wordt gebruikt, is er in deze bedrijfsmodus geen back-up
van de bijverwarming wanneer nodig of voor doorverwarming (antilegionellafunctie) van
het warme water.
BIJVERWARM. Het regelsysteem staat alleen de werking van de bijverwarming toe (indien geïnstalleerd en
geactiveerd in het systeem).
WARMWATER In deze modus produceert de warmtepomp alleen warm water. Er wordt geen warmte gele-
verd voor ruimteverwarming.
Waarschu-
wing
Thermia AB
iTec Eco
Voordat u de instellingen van de regelcompu-
ter wijzigt, moet u weten wat deze wijzigin-
gen inhouden. Noteer de standaardinstelling.
1. Open het menu BEDRIJF in het menu INFORMATIE. Het sterretje geeft
de huidige selectie aan.
2. Markeer de nieuwe modus met de knop + of -.
3. Druk één keer op de rechterknop om de keuze te bevestigen.
4. Druk twee keer op de linkerknop.
Indien er tijdens de winterperiode een andere
bedrijfsmodus dan AUTO of BIJVERWARM.
moet worden gebruikt, moet het water uit het
verwarmingssysteem worden afgelaten. Zo
niet kunnen geactiveerde alarmen die het bui-
tengedeelte uitschakelen leiden tot vorst-
schade aan het systeem.
AWIE01UG110
13