10
Onderdelen van het beeldscherm en hun functies
Afstandsbediening
1
3
5
7
8
9
12
14
16
18
21
22
23
AAN/UIT
1
Schakelt het beeldscherm in of uit.
INPUT
2
2
Selecteert een ingangsbron.
4
CH RETURN
3
6
Terug naar het vorige programmakanaal (deze
functie wordt alleen op bepaalde modellen
ondersteund).
INFO
4
Toont de actuele ingangsbron en resolutie.
FAV
5
Toont het favoriete programmakanaal (deze functie
wordt alleen op bepaalde modellen ondersteund).
10
16:9
6
11
Verandert het beeldverhouding van het beeld.
MULTIMEDIA-toetsen
13
7
Voor het afspelen van media.
15
Numerieke toetsen (0-9)
8
17
Functioneren als numerieke toetsen als het osd-
menu is geactiveerd.
19
20
SCREEN SHOT
9
Maakt een schermopname en bewaart deze
autoamtisch in het interne geheugen van het
beeldscherm of op een aangesloten usb-station.
KANAALLIJST (
10
Verwijdert een teken / toont de programmalijst
(deze functie wordt alleen op bepaalde modellen
24
ondersteund).
DEMPEN
11
Schakelt het geluid uit of in.
VOL- / VOL+
12
Zet het volume lager/hoger.
CH+ / CH-
13
• Kiest het programmakanaal.
)