61
– Controleer afdichtingsring „1" op beschadigin-
gen en vervang deze zonodig.
– Controleer afdichtingsring „2" op beschadigin-
gen en goede klemming in het afdichtvlak en
vervang indien noodzakelijk het oliefilter.
– Voor montage moeten beide afdichtringen met
motorolie ingesmeerd worden.
62
– Oliefilter in het huis schuiven en tot de aanslag
aandrukken.
– Voor het vastdraaien van de bout controleren
of de veerplaat met de beide uiteinden „1"
tegen het filter element aan liggen.
– Oliepeil controleren en zonodig tot het „max."
niveau bijvullen, Hoofdstuk 4.1.1.
31