Bereik/kiesbare onderdelen
Geluids-
elementen
BASS
Frequentie
60 Hz
80 Hz
100 Hz
200 Hz
Niveau
–06 t/m
(LVL)
+06
Q
Q1.0
Q1.25
Q1.5
Q2.0
BASS: Lage tonen MID: Midden-bereik TRE: Hoge
tonen
5
Herhaal stappen 3 en 4 voor het instellen van
de andere geluidstonen.
De gemaakte instelling wordt automatisch
vastgelegd.
Instellen van het geluid
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens instellen.
1
2
MID
TRE
500 Hz
10.0 kHz
1.0 kHz
12.5 kHz
1.5 kHz
15.0 kHz
2.5 kHz
17.5 kHz
–06 t/m
–06 t/m
+06
+06
Q0.5
Q0.75
Fix
Q1.0
(Vastgesteld)
Q1.25
FADER *
2
Instellen van het balans tussen
de voor- en achterluidsprekers.
BALANCE *
3
Instellen van het balans
tussen de linker- en
rechterluidsprekers.
LOUD*
4
(toonversterking)
Versterkt de lage en hoge
frequenties voor een goed-
gebalanceerd geluid bij een laag
volumeniveau.
SUB.W *
1
(subwoofer)
Instellen van het
subwooferuitgangsniveau.
VOL ADJ (volume)
Stel het volumeniveau van
iedere bron (uitgezonderd
FM) in verhouding tot
het FM-volumeniveau in.
Het volumeniveau wordt
automatisch verhoogd of
verlaagd wanneer u van bron
verandert.
• Kies alvorens de instelling
te maken eerst de gewenste
bron.
VOLUME
Instellen van het volume.
*
1
Wordt alleen getoond wanneer "L/O MODE" op
"SUB.W" is gesteld (zie bladzijde 26).
*
2
Stel het faderniveau op "00" indien u slechts twee
luidsprekers gebruikt.
*
3
De instelling heeft geen effect op de
subwooferuitgang.
*
4
De loudness-instelling wordt voor alle geluidsfuncties
gebruikt.
*
5
Afhankelijk van de ingestelde versterking voor de
versterker. (Zie bladzijde 26 voor details).
Vervolg op de volgende bladzijde
INSTELLINGEN
R06 t/m F06
L06 t/m R06
LOUD ON of LOUD
OFF
00 t/m 08,
basisinstelling: 04
–05 t/m +05,
basisinstelling: 00
00 t/m 50 of 00
t/m 30 *
5
23