Overzicht
Bedieningselementen op de dis-
sel
1 − Handgreep van disselkop
2 en 3 − Rijschakelaar
4 − Knop voor vorken omlaag
5 − Knop voor vorken omhoog
6 − Claxonknop
7 − Veiligheids-omkeerschakelaar
8 − Knop voor lage snelheid (speciale uit-
rusting − Creep Speed)
9 − Knop voor steunarmen omhoog (spe-
ciale uitrusting)
10 − Knop voor steunarmen omlaag
(speciale uitrusting)
OPMERKING
De volgende bedieningselementen zijn actief
als de dissel in de "werkstand" staat.
Handgreep van disselkop (1)
Bedoeld om de disselkop tijdens het ge-
●
bruik van de machine vast te houden.
Rijschakelaar (2 – 3)
Wanneer de rijschakelaar (2 of 3) in de rich-
●
ting (A) wordt bewogen, zal de machine in
de richting van de vorken beginnen te rij-
den.
Wanneer de rijschakelaar (2 of 3) in de rich-
●
ting (B) wordt bewogen, zal de machine in
de richting van de bestuurder beginnen te
rijden.
De snelheid van de machine is evenredig
●
aan de hoek van de rijschakelaar.
Het loslaten van de rijschakelaar activeert
●
het remsysteem, waardoor de machine zal
stoppen.
Knop 'Vorken dalen' (4)
Druk op de knop (4) om de vorken te laten
●
zakken.
De beweging van de vorken kan op ieder
●
moment worden gestopt door de knop (4)
los te laten. De vorken stoppen in de actue-
le positie.
De drukknop 'Vorken dalen' (4) is alleen ac-
●
tief als de dissel in de werkstand is gekan-
teld.
Instrumenten en bedieningselementen
7
2
1
3
1
45758043446 NL - 11/2021 - 08
4
9
10
7
8
3
6
3
5
1
A
B
2
1
OM2279
41