Gebruikershandleiding
5. Configureer de instellingen voor het opslaan van bestanden.
❏ Beeldformaat: Selecteer de indeling waarin u wilt opslaan uit de lijst.
U kunt gedetailleerde instellingen configureren voor elke opslagindeling, behalve BITMAP en PNG. Nadat
u de indeling hebt geselecteerd waarin u wilt opslaan, selecteert u in de lijst Opties.
❏ Bestandsnaam: Controleer de weergegeven naam waaronder het bestand wordt opgeslagen.
U kunt instellingen voor de bestandsnaam wijzigen door in de lijst Instellingen te selecteren.
❏ Map: Selecteer in de lijst de map waarin de gescande afbeelding moet worden opgeslagen.
U kunt een andere map selecteren of een nieuwe map maken door in de lijst Selecteren te selecteren.
6. Klik op Scannen.
Opmerking:
❏ U kunt het scannen ook starten door op de knop
❏ Als u originelen wilt scannen waarvan de kans groot is dat ze zullen vastlopen, bijvoorbeeld erg dun papier, schakelt
u Langzaam in op het bedieningspaneel. Hiermee verlaagt u de scansnelheid.
d
Klik op de knop
en selecteer Scannerinstellingen > Langzaam.
De gescande afbeelding wordt in de door u opgegeven map opgeslagen.
Gerelateerde informatie
"Originelen plaatsen" op pagina 27
&
"Epson Scan 2" op pagina 17
&
Basisbediening scannen
]
op de scanner te drukken.
72