Faxen
>
Voordat u faxfuncties gebruikt
Voordat u faxfuncties gebruikt
Controleer de volgende punten voordat u de faxfuncties gaat gebruiken.
❏ De printer, de telefoonlijn en (indien deze wordt gebruikt) de telefoon zijn correct aangesloten.
❏ De basisinstellingen in de (Wizard faxinstelling) zijn geconfigureerd
❏ Overige vereiste Faxinstellingen zijn geconfigureerd
Zie "Gerelateerde informatie" hieronder om de instellingen te configureren.
Gerelateerde informatie
"De printer aansluiten op een telefoonlijn" op pagina 73
&
"De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxberichten" op pagina 76
&
"Menu Basisinstellingen" op pagina 227
&
"Instellingen voor de faxfuncties van de printer op maat configureren" op pagina 78
&
"Faxinstellingen" op pagina 227
&
"Contactpersonen beschikbaar maken" op pagina 81
&
"Menu Standaardinst. gebr." op pagina 233
&
"Menu Rapportinstellingen" op pagina 231
&
De printer aansluiten op een telefoonlijn
Compatibele telefoonlijnen
U kunt de printer gebruiken via standaard analoge telefoonlijnen (PSTN = Public Switched Telephone Network) en
PBX (Private Branch Exchange) telefoonsystemen.
U kunt de printer mogelijk niet gebruiken via de volgende telefoonlijnen of systemen.
❏ VoIP telefoonlijnen zoals DSL of glasvezellijnen
❏ Digitale telefoonlijnen (ISDN)
❏ Bepaalde PBX telefoonsystemen
❏ Als er tussen de telefooncontactdoos in de muur en de printer adapters zoals terminaladapters, VoIP adapters,
splitters of DSL routers aangesloten zijn
Gerelateerde informatie
"De printer aansluiten op een telefoonlijn" op pagina 73
&
De printer aansluiten op een telefoonlijn
Sluit de printer aan op een telefooncontactdoos via een RJ-11 (6P2C)-telefoonkabel. Als u een telefoon aansluit op
de printer, dient u een tweede RJ-11 (6P2C)-telefoonkabel te gebruiken.
Afhankelijk van de regio wordt er mogelijk een telefoonkabel bij de printer geleverd. Als deze meegeleverd is,
gebruik deze dan.
>
De printer aansluiten op een telefoonlijn
73