5. *Zorg voor een dusdanige afstelling van het wiel op de geleidearm dat de BeMatic
Meto Trans (iets) sturend naar de buizen zoekt.
6. *Stel de vaan of buisdetectie dusdanig af dat deze de detectieplaatjes of buizen goed
detecteert. LET OP!: de vaan of buisdetectie mag geen planten of andere obstakels
raken bij het verplaatsen tussen de paden!
*Optioneel
Figuur 7.1; MetoTrans met
pengeleiding, stootbumper en
buisdetectievaan
Uitvoeren van de test:
7. Stuur de Meto handbediend uit de BeMatic Meto Trans "start Meto van Trans" en
zorg dat deze na ong. 10m stopt.
8. Laat de Meto terugrijden de BeMatic Meto Trans in
en kijk of deze voldoende snelheid heeft om de
kleppen op te rijden (zo niet; nastellen door service
monteur van dealer).
9. Laat de instelling van 10m staan, rijdt de BeMatic
Meto Trans voor de eerste buis en activeer de Trans
in de Automatische stand (zie bediening).
10. Controleer of de Meto juist in de BeMatic Meto Trans
rijdt, de BeMatic Meto Trans juist naar het volgende
pad gaat en recht voor de nieuwe buizen staat,
eventueel bijstellen. Loop met de BeMatic Meto
Trans mee zodat de noodstop eventueel snel
bediend kan worden!
11. Stel de druksensor juist af, zie onder:
o De druksensor is van 1 – 10 bar instelbaar
(max. aansluitdruk 200 bar). De druksensor
heeft een NO contact en dit contact sluit bij de
ingestelde druk.
o Draai rechtsom om het schakelpunt naar een hogere druk af te stellen.
o Draai linksom om het schakelpunt naar een lagere druk af te stellen.
o Normaal zal het schakelpunt bij ca. 3 bar afgesteld worden zodat bij een
spuitdruk van ca. 10 bar de druksensor betrouwbaar ingeschakeld blijft.
Bij het wegvallen van de vloeistofdruk geeft de BeMatic Meto Trans de melding "Storing
druk te laag".
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing V3_NL
Figuur 7.2; MetoTrans met
paddetectie door middel van
detectieplaatjes en sensor
BeMatic Meto Trans TS
Figuur 7.3; MetoTrans met
stuurarm voor geleiding langs
de buizen en buisdetectievaan
Figuur 7.4;
Afstellen van de druksensor
17/41