Uitgebreide Bediening
Uitgeschakelde systeemdelen kunnen —ongeacht of het een tijdelijke of permanente
uitschakeling betreft— via het menu INSCHAKELEN weer worden ingeschakeld.
Raadpleeg de paragraaf Inschakelen op pagina 50 voor meer informatie over het
inschakelen van uitgeschakelde systeemdelen. Druk de ESC toets om het menu
UITSCHAKELEN te verlaten en terug te keren naar het hoofdmenu.
Met de menu optie ZONE/INGANGEN in het submenu UITSCHAKELEN kan één of
meerdere ingangen —melders, toetsen, schakelaars, etc.— uitgeschakeld worden.
Het kan nodig zijn om één of meerdere ingangen —melders, toetsen, schakelaars, etc.—
uit te schakelen om ongewenste of onechte meldingen te voorkomen. Als er
bijvoorbeeld in een ruimte werkzaamheden of activiteiten plaats vinden die een
melder kunnen activeren, dan kan het gewenst zijn om de melder(s) in deze ruimte
uit te schakelen. In geval van een melderstoring kan het wenselijk zijn de melder uit
te schakelen totdat de service dienst arriveert om de storing definitief op te lossen.
Een uitgeschakelde ingang —melder, toets, schakelaar, etc.— heeft geen functionaliteit
meer. Zo zal een uitgeschakelde melder geen brand, storing, etc. melden.
Indien in het menu uitschakelen de menu optie ZONE/INGANGEN geopend is, wordt in
weergegeven. Met de toetsen kan door de weergegeven lijst van detectiezones
gebladerd worden. De geselecteerde detectiezone wordt geïnverteerd weergegeven.
Raadpleeg de paragraaf Navigatie door menuopties en systeeminformatie op pagina 14
voor meer informatie over het bladeren door de lijst.
Voor de detectiezones waarbinnen ingangen —melders, toetsen, schakelaars, etc.—
beschikbaar zijn, worden in het display de volgende parameters getoond:
• Zone: toont het nummer van de detectiezone.
• Stand: toont de uitschakel status van de detectiezone. De parameter kan de volgende
statussen aan nemen:
• AAN: geen enkele ingang —melder, toets, schakelaar, etc.— binnen de
detectiezone is uitgeschakeld.
• ALLES UIT: alle ingangen —melders, toetsen, schakelaars, etc.— binnen de
detectiezone zijn uitgeschakeld.
• SYST.DEEL UIT: één of meerdere ingangen —melders, toetsen, schakelaars,
etc.— binnen de detectiezone zijn uitgeschakeld.
• Locatie: toont de locatie tekst van de detectiezone. De locatietekst verklaart het
bouwdeel en/of gebouw dat de detectiezone omvat.
Selecteer met de toets de parameter STAND van de detectiezone, waarvan één of
meerdere ingangen uitgeschakeld dienen te worden. De parameter STAND van de
geselecteerde detectiezone wordt geïnverteerd weergegeven.
selectie met de (BEVESTIGEN) toets.
Gebruikershandleiding Penta 5000 Brandmeldsysteem
Zone / Ingangen
het
ingangen
beschikbaar zijn, weergegeven.
Bovenaan in het display wordt het aantal detectiezones
waarbinnen ingangen zijn uitgeschakeld aangegeven. De
detectiezones
Druk de (BEVESTIGEN) toets om de selectie te
bevestigen.
In het display wordt een keuzemenu weergegeven waarin
display
een
lijst
van
—melders,
toetsen,
worden
de
volgende
opties
INGANGEN,
KIES
HANDBRANDMELDERS,
MELDERS en ALLE OVERIGE MELDERS.
Selecteer met de cursor besturingstoetsen de
gewenste optie in het keuzemenu bevestig de
BGB036.02
detectiezones,
waarbinnen
schakelaars,
in
zonenummer
oplopend
beschikbaar
zijn:
INGANGEN,
ALLE
AUTOMATISCHE
etc.—
ALLE
ALLE
43