11 Kalibreren
11.3 Kalibreren temp.coëfficiënten van de meetoplossing
11.3.1 Lineaire temperatuurcoëfficiënt (ALPHA)
Voorwaarden
48
Met de toetsen
de keuze bevestigen.
Wanneer de meetwaarde stabiel is de toets
Met de toetsen
waarde corrigeren naar de geleidb.waarde van de referentie oplossing.
De toets
indrukken.
PGM
De door de JUMO CTI-750 berekende relatieve celconstante wordt
getoond.
De vastgestelde relatieve celconstante overnemen -> toets
seconden indrukken of
de waarde wissen -> toets
De meetomvormer staat in het "Kalibratie menu".
Toets
indrukken;
EXIT
De meetomvormer staat in de "Meet modus" en toont de gecompenseerde
geleidbaarheid van de referentie oplossing.
De geleidbaarheid van een meetoplossing verandert dienovereenkomstig de
speciale temperatuurcoëfficiënten.
Wij adviseren daarom, kalibratie van de temperatuurcoëfficiënten uit te voeren.
- De JUMO CTI-750 moet aangesloten zijn op het spanningssnet. Zie hoofd-
resp.
"REL. CELCONST" kiezen; met de toets
resp.
de getoonde niet gecompens.geleidbaarheids
indrukken.
EXIT
indrukken.
PGM
langer dan 3
PGM
PGM