5
2.4 De wielen verwijderen
In de regel zullen de beide e-fix wielen aan uw rolstoel gemonteerd blijven. Als ze, bij-
voorbeeld voor transportdoeleinden, verwijderd moeten worden, gelieve dan als volgt te
werk te gaan:
• Zet, indien dit nog niet gebeurd is, het bedieningsapparaat uit (zie hoofdstuk 5.2.2).
• Controleer of het wiel ingekoppeld is (zie hoofdstuk 2.1).
• Bij gebruik van Alber-kantelsteunen:
Til uw rolstoel iets omhoog, zoals beschreven in hoofdstuk A van de bijlage van deze
gebruiksaanwijzing, en druk de kantelsteunen met uw voet omlaag, in de richting van
de grond.
• Als de rolstoel op de kantelsteunen staat:
Druk op de centraal in de wielnaaf gelegen ontgrendeling [4] (tegelijkertijd mag in
geen geval de koppelingsring [5] gedraaid worden) en trek het e-fix wiel voorzichtig
van de rolstoel.
• Als beide wielen verwijderd zijn, dan kunt u de kantelsteunen weer terugzetten in de
uitgangspositie, zoals beschreven in hoofdstuk A van de bijlage van deze gebruiksaan-
wijzing.
• Zonder Alber-kantelsteunen:
Til uw rolstoel op aan zijn schuifgrepen.
• Druk op de centraal in de wielnaaf gelegen ontgrendeling [4] (tegelijkertijd mag in
geen geval de koppelingsring [5] gedraaid worden) en trek het e-fix wiel voorzichtig
van de rolstoel.
• Ga vervolgens te werk volgens de richtlijnen van de fabrikant van de door u gebruikte
kantelsteunen.
!
Tijdens het indrukken van de ontgrendeling [4] mag in geen geval
de koppelingsring [5] gedraaid worden, omdat dit tot schade aan het
wiel kan leiden. Het wiel kan dan niet meer worden weggenomen.
i
Het e-fix wiel moet ingekoppeld zijn, om het van de rolstoel te ver-
wijderen.
2.5 Transport en opslag van de wielen als bagage
• Voordat de e-fix wielen van de rolstoel verwijderd worden, moet het bedieningsappa-
raat uitgeschakeld worden.
• Let bij het neerzetten of wegleggen van de e-fix wielen vooral op de steekas [11] en
de bus [10] aan de achterkant van het wiel. Beide delen mogen onder geen beding
beschadigd worden.
• Voor het transport gelden de richtlijnen van de betreffende rolstoelfabrikant met
betrekking tot de beveiliging van de complete rolstoel resp. de afzonderlijke onderde-
len ervan.
• Wij raden aan om de e-fix wielen altijd van de rolstoel af te nemen en afzonderlijk te
transporteren.
• De wielen moeten liggend op hun voorkant (op de grijpbanden) of staand opgeborgen
resp. getransporteerd worden.
• Bij een transport moeten de e-fix wielen in elk geval tegen rondslingeren beschermd
worden, zodat deze bij een remmanoeuvre niet tot een gevaar voor de inzittenden
kunnen worden. Voor de beveiliging van de wielen stellen wij vrijblijvend (wij aanvaar-
den hiervoor geen aansprakelijkheid) voor om deze bijv. met voldoende stabiele weef-
selbanden, zoals voorgesteld in de grafiek, in het voertuig te beveiligen.
9