De gewenste geprojecteerde beeldgrootte verkrijgen
De afstand van de projectorlens tot het scherm, de zoominstelling en het videoformaat zijn factoren die het
geprojecteerde beeldformaat beïnvloeden. BenQ heeft tabellen uitgerekend met de afmetingen van zowel 16:9
als 4:3 beeldverhoudingen die u helpen bij het bepalen van de ideale locatie van de projector.
De projector moet altijd horizontaal worden geplaatst (bijvoorbeeld plat op een tafel) en loodrecht (90°
graden) op het horizontale midden van het scherm worden gepositioneerd. Dit voorkomt dat het beeld
vervormd is doordat de projectie in een hoek verloopt (of geprojecteerd is op een schuin oppervlak).
Als de projector op een plafond is gemonteerd, moet deze op de kop worden gemonteerd zodat het beeld in een
lichte hoek naar beneden wordt geprojecteerd.
Deze projector is uitgerust met een verstelbare lens. Zie
details.
BenQ levert tabellen met het beeldformaat voor de beeldverhoudingen 16:9 en 4:3 om u te helpen bij het
bepalen van de ideale locatie van de projector. De verticale offsethoogte in de afmetingtabellen op pagina
17
zijn gemeten bij een lensverschuiving die volledig naar boven of beneden is ingesteld. U ziet in de
diagrammen op pagina
16
verschoven is ten opzichte van het horizontale vlak van de projector. Bij plafondmontage verwijst dit naar de
bovenrand van het geprojecteerde beeld.
Er zijn twee afmetingen waar u aan moet denken: de loodrechte horizontale afstand tot het midden van het
scherm (projectieafstand), en de verticale offsethoogte van de projector ten opzichte van de horizontale rand
van het scherm (offset).
Als de projector verder van het scherm wordt geplaatst, wordt het geprojecteerde beeld groter, en wordt de
verticale offset evenredig groter.
Bij het bepalen van de positie van het scherm en projector, dient u aan zowel het geprojecteerde beeldformaat
als de verticale offsetafmeting te denken. Beide zijn direct evenredig aan de projectieafstand.
Het bepalen van de positie van de projector bij een vastgestelde schermgrootte
1. Bepaald de beeldverhouding van het scherm: 16:9 of 4:3?
2. Zie de tabel en zoek de de schermgrootte die het dichtst de grootte van uw scherm benadert in de
linkerkolommen met de naam "Schermafmetingen". Uitgaande van deze waarde kijkt u verder in de rij om
de corresponderende gemiddelde afstand van het scherm te zoeken in de kolom met de naam "Gemiddeld".
Dit is de projectieafstand.
Als u bijvoorbeeld een 120-inch scherm met een beeldverhouding van 4:3 gebruikt, zie
voor een scherm met beeldverhouding 4:3
Als u de projector in een andere dan de aanbevolen positie plaatst, dient u deze omhoog of omlaag te kantelen
om het beeld te centreren op het scherm. In deze gevallen kan het beeld enigszins vervormd raken. U kunt de
vervorming corrigeren met de Keystone-functie. Zie
details.
De aanbevolen schermgrootte voor een bepaalde afstand bepalen
Wanneer u een projector hebt aangeschaft, kunt u met deze methode bepalen welk scherm het meest geschikt is
voor de ruimte waar u het apparaat gaat gebruiken.
De maximale schermgrootte wordt natuurlijk ook bepaald door de afmetingen van die ruimte.
1. Bepaal de beeldverhouding van het scherm: 16:9 of 4:3?
2. Meet de afstand tussen de projector en de plek waar u het scherm wilt installeren. Dit is de projectieafstand.
3. Kijk in de tabel en zoek de kolom met de gemiddelde afstand tot het scherm met de naam "Gemiddeld" de
waarde die u meting het dichtst benadert. Controleer of de gemeten afstand tussen de minimale en
maximale afstand ligt die wordt weergegeven in de kolommen naast de gemiddelde afstand.
4. Zoek in dezelfde rij in de linkerkolom naar de overeenkomstige schermdiagonaal. Dit is de grootte van het
geprojecteerde beeld op deze projectieafstand.
en
17
dat bij dit type projectie de onderrand van het geprojecteerde beeld verticaal
(standaard)". De gemiddelde projectieafstand is dan 5332 mm.
"Het geprojecteerde beeld aanpassen" op pagina 26
"De projectielens verschuiven" op pagina 18
De projector positioneren
voor
16
en
"Tabel met afmetingen
voor
15