onstabiel is. Wanneer dit het geval is, kunt u de
transmissie verbeteren door de volgende "RF
CHANGE"-instelling te wijzigen.
1
Druk op SYSTEM MENU.
2
Druk herhaaldelijk op X/x tot "RF
CHANGE" verschijnt in het
uitleesvenster op het voorpaneel en
druk vervolgens op
3
Druk op X/x om de gewenste instelling
te selecteren.
• "AUTO": kies normaal deze instelling.
Het toestel wijzigt "RF CHANGE"
automatisch in "ON" of "OFF".
• "ON": het toestel verzendt geluid door te
zoeken naar een kanaal dat beter geschikt
is voor verzending.
• "OFF": het toestel verzendt geluid door
het kanaal voor verzending vast te leggen.
4
Druk op
.
De instelling wordt aangepast.
5
Druk op SYSTEM MENU.
Het systeemmenu wordt uitgeschakeld.
6
Wanneer u "RF CHANGE" instelt op op
"OFF", selecteert u het
identificatienummer waarbij de
geluidsoverdracht zo stabiel mogelijk
is (pagina 80).
Opmerking
• Wanneer de draadloze zender niet in het toestel is
geplaatst, kunt u "RF CHANGE" niet instellen.
• In de meeste gevallen hoeft u deze instelling niet te
wijzigen.
• Wanneer "RF CHANGE" is ingesteld op "OFF", kan
transmissie tussen het toestel en het S-AIR-sub-
apparaat worden uitgevoerd via een van de volgende
kanalen.
– S-AIR ID A: equivalent kanaal voor Wi-Fi-
kanaal 1
– S-AIR ID B: equivalent kanaal voor Wi-Fi-
kanaal 6
– S-AIR ID C: equivalent kanaal voor Wi-Fi-
kanaal 11
• De transmissie kan worden verbeterd door het
transmissiekanaal te wijzigen (frequentie) van de
andere draadloze systemen. Raadpleeg voor meer
informatie de gebruiksaanwijzing van de andere
draadloze systemen.
of c.
85
NL