OPMERKING
Glycol absorbeert water uit zijn omgeving. Voeg daarom
GEEN glycol toe die aan de lucht werd blootgesteld. Door
de dop van de glycolfles open te laten, stijgt de
waterconcentratie. De glycolconcentratie is lager dan
verwacht. Hierdoor kunnen de onderdelen van het
hydraulisch circuit toch bevriezen. Neem alle nodige
voorzorgen om glycol zo weinig mogelijk in contact te
brengen met lucht.
OPMERKING
Gebruik ALLEEN propyleenglycol, met inbegrip van de
nodige remmers, geklasseerd als Categorie III volgens
EN1717.
Nodige glycolconcentratie
De nodige glycolconcentratie hangt af van de mogelijke laagste
buitentemperatuur en of u het systeem tegen barsten of vorst wilt
beschermen. Om het systeem tegen vorst te beschermen, is er meer
glycol nodig.
Voeg glycol toe volgens onderstaande tabel.
Mogelijke laagste
Bescherming tegen
buitentemperatuur
barsten
–5°C
10%
–10°C
15%
–15°C
20%
–20°C
25%
–25°C
30%
–30°C
35%
INFORMATIE
▪ Tegen barsten beschermen: de glycol zal ervoor
zorgen dat de leidingen niet barsten, maar zal er NIET
voor zorgen dat de vloeistof in de leidingen niet
bevriest.
▪ Tegen vorst beschermen: de glycol zal ervoor zorgen
dat de vloeistof in de leidingen niet bevriest.
OPMERKING
▪ De vereiste concentratie kan verschillen volgens het
type van glycol. Vergelijk STEEDS de vereisten in
bovenstaande tabel met de specificaties van de
producent van de glycol. Indien nodig, gebruik de
specificaties (vereisten) van de producent van de
glycol.
▪ De toegevoegde glycolconcentratie mag NOOIT meer
dan 35% bedragen.
▪ Indien de vloeistof in het systeem bevroren is, zal de
pomp NIET kunnen starten. Vergeet nooit dat wanneer
u het systeem tegen barsten beschermt, de vloeistof
erin nog steeds kan bevriezen.
▪ Wanneer water in het systeem stil blijft staan, is de
kans groot dat het water bevriest en het systeem hierbij
beschadigt.
Glycolinstelling
OPMERKING
Als het systeem glycol bevat, moet de instelling [E‑0D]
ingesteld zijn op 1. Als de glycolinstelling NIET correct is
ingesteld, kan de vloeistof in de leidingen bevriezen.
ETSH/X(B)12P50E
Daikin Altherma 3 H MT ECH₂O
4P759872-1 – 2024.01
Vorstbeveiliging door middel van
vorstbeveiligingskleppen
Over vorstbeveiligingskleppen
Wanneer er geen glycol is toegevoegd aan het water, kunt u
vorstbeveiligingskleppen gebruiken om water af te voeren van het
systeem voordat het kan bevriezen.
▪ Installeer vorstbeveiligingskleppen (ter plaatse te voorzien) op alle
laagste punten van de lokale leidingen.
▪ Normaal gesloten kleppen (bevinden zich binnen in de buurt van
de ingangs-/uitgangspunten van de leidingen) kunnen voorkomen
dat al het water van de binnenleiding wordt afgevoerd wanneer de
vorstbeveiligingskleppen open gaan.
Voor meer informatie, zie de uitgebreide handleiding voor de
Bescherming tegen
installateur.
vorst
15%
5.2.5
25%
35%
De volgende warmtewisselaars moeten met water worden gevuld
—
voordat de opslagtank kan worden gevuld:
—
▪ De warmtewisselaar van het warme tapwater
—
1 Open de afsluiter voor de koud-watertoevoer.
2 Open alle warm-waterkranen in het systeem om zeker te zijn
3 Houd de warm-waterkranen open en laat de koud-watertoevoer
4 Controleer op waterlekkages.
▪ De bivalente warmtewisselaar (enkel voor bepaalde modellen)
5 Vul de bivalente warmtewisselaar met water door het bivalente
6 Ontlucht het bivalente verwarmingscircuit.
7 Controleer op waterlekkages.
5.2.6
Zonder geïnstalleerde solarkit met zelfstandig afvoersysteem
(optie)
1 Sluit een slang met terugslagklep (1/2") aan op de aansluiting
2 Vul de opslagtank tot er water uit de overloopaansluiting loopt.
3 Verwijder de slang.
5 Installatie van de leidingen
OPMERKING
Stel bij de installatie van de vorstbeveiligingskleppen het
minimale koelinstelpunt (standaard=7°C) minstens 2°C
hoger in dan de maximale openingstemperatuur van de
vorstbeveiligingsklep.
Indien
vorstbeveiligingskleppen open gaan bij koeling.
De warmtewisselaar binnen in de
opslagtank vullen
OPMERKING
Gebruik een ter plaatse te voorziene vulkit om de
warmtewisselaar van het warme tapwater te vullen.
Controleer of u voldoet aan de geldende wetgeving.
dat het waterdebiet zo hoog mogelijk is.
stromen tot er geen lucht meer uit de kranen komt.
verwarmingscircuit
aan
te
verwarmingscircuit pas later wordt geïnstalleerd, vul de
bivalente warmtewisselaar dan met een vulslang tot er uit beide
aansluitingen water komt.
De opslagtank vullen
OPMERKING
Voordat de opslagtank kan worden gevuld, moeten de
warmtewisselaars binnen in de opslagtank worden gevuld;
zie vorige hoofdstukken.
Vul de opslagtank met een waterdruk <6 bar en een debiet
<15 l/min.
van het zelfstandige afvoersysteem.
lager,
kunnen
de
sluiten.
Als
het
bivalente
Installatiehandleiding
13