OVERIGE FUNCTIES
NL
BEELDSTABILISATIE
Vooral bij slecht licht kan de vereiste sluitertijd te lang zijn om
scherpe opnamen te maken, zelfs als de
De Leica TL komt met een functie die zelfs bij zeer lange sluitertij-
den vaak nog scherpe opnamen doet slagen:
►
In
de gewenste instelling selecteren
Aanwijzingen:
• Met deze functie maakt de camera zelfstandig twee opnamen na
elkaar (het ontspannergeluid is tweemaal te horen). Daarna com-
bineert de functie de opnamen met digitale beeldverwerking tot
één opname.
• Houd de camera stil tot na de tweede opname.
• Aangezien de camera twee opnamen maakt, kan de optie alleen
worden gebruikt voor statische onderwerpen.
• Beeldstabilisatie is alleen mogelijk met sluitertijden die variëren
van 1⁄4s t/m 1⁄30s en gevoeligheden tot maximaal ISO 800. Hij
is niet beschikbaar bij serieopnamen, automatische belichtings-
reeksen en in combinatie met de zelfontspanner, flitsen en het
DNG-bestandsformaat.
• Bij gebruik van een SL-objectief met beeldstabilisatie op de
Leica TL wordt de beeldstabilisatie door middel van deze functie
in- of uitgeschakeld.
Zelfontspanner
Met de zelfontspanner kunt u een opname met een vertraging van
naar wens 12 of 2 seconden maken. Dit is bijv. bij groepsopnamen
heel handig, waarbij u zelf ook in beeld wilt verschijnen of wanneer
u bewegingsonscherpte bij het afdrukken wilt vermijden. In zulke
gevallen is het raadzaam de camera op een statief te bevestigen.
168
-optie aanstaat.
AUTO ISO
Instellen:
►
In
de gewenste instelling selecteren
Als aan het linker instelwiel de functie
u daarmee de gewenste optie rechtstreeks selecteren.
• Wanneer de zelfontspanner wordt gebruikt, verschijnt er
Bediening:
►
Druk de ontspanner volledig in om de opname te maken
• De voorlooptijd wordt aangegeven door het knipperende lampje
van de zelfontspanner:
– 12s voorlooptijd: eerst langzaam, dan sneller tijdens de
laatste 2s
– 2s voorlooptijd: net als hiervoor tijdens de laatste 2s
• Op het LCD-scherm telt de resterende tijd af.
Aanwijzingen:
• Een reeds lopende voorlooptijd kan op elk gewenst moment
opnieuw worden gestart door de ontspanner in te drukken.
• U kunt de voorlooptijd alleen annuleren door de camera uit te
schakelen.
• Als de zelfontspanner geactiveerd is, zijn er altijd slechts afzon-
derlijke opnamen mogelijk, d.w.z. serieopnamen evenals auto-
matische belichtingsreeksen kunnen niet met de zelfontspan-
ner-modus worden gecombineerd.
• Tijdens zelfontspanning vindt instelling van scherpte en belich-
ting niet plaats bij het drukpunt van de ontspanner, maar pas
direct voor de opname.
wordt toegekend, kunt
of
.