ROM — read-only memory — Memory that stores data
and programs that cannot be deleted or written to by the
computer. ROM, in tegenstelling tot RAM, behoudt zijn
inhoud als u de computer uitschakelt. Sommige
programma's die essentieel zijn voor de besturing van uw
computer bevinden zich op ROM.
RPM — revolutions per minute — The number of
rotations that occur per minute. De snelheid van de harde
schijf wordt vaak gemeten in RPM.
RTC — real time clock — Battery-powered clock on the
system board that keeps the date and time after you shut
down the computer.
RTCRST — real-time clock reset — A jumper on the
system board of some computers that can often be used
for troubleshooting problems.
S
SAS — serial attached SCSI — A faster, serial version of
the SCSI interface (as opposed to the original SCSI
parallel architecture).
SATA — serial ATA — A faster, serial version of the ATA
(IDE) interface.
ScanDisk — A Microsoft utility that checks files, folders,
and the hard disk's surface for errors. ScanDisk wordt vaak
uitgevoerd wanneer u de computer opnieuw opstart als
deze niet meer reageert.
SCSI — small computer system interface — A high-speed
interface used to connect devices to a computer, such as
hard drives, CD drives, printers, and scanners. De SCSI
kan met een enkele controller meerdere apparaten
aansluiten. Elk apparaat is beschikbaar via een individueel
identificatienummer op de SCSI-controllerbus.
SDRAM — synchronous dynamic random-access memory —
A type of DRAM that is synchronized with the optimal
clock speed of the processor.
serial connector — An I/O port often used to connect devices
such as a handheld digital device or digital camera to your
computer.
160
Verklarende woordenlijst
Service Tag — A bar code label on your computer that
identifies your computer when you access Dell Support at
support.dell.com or when you call Dell for customer
service or technical support.
setup program — A program that is used to install and
configure hardware and software. Het programma setup.exe
of install.exe wordt bij de meeste softwarepakketten van
Windows geleverd. Installatieprogramma is iets anders
dan systeeminstellingen.
shortcut — An icon that provides quick access to frequently
used programs, files, folders, and drives. Wanneer u een
snelkoppeling op het bureaublad van Windows maakt en
op het pictogram dubbelklikt, opent u het corresponderende
item zonder het eerst te hoeven zoeken. Pictogrammen
voor snelkoppelingen veranderen de locatie van bestanden
niet. Wanneer u een snelkoppeling verwijdert, heeft dit
geen invloed op het oorspronkelijke bestand. U kunt tevens
de naam van een snelkoppelingspictogram aanpassen.
SIM — Subscriber Identity Module — A SIM card
contains a microchip that encrypts voice and data
transmissions. Simkaarten kunnen worden gebruikt in
telefoons of draagbare computers.
smart card — A card that is embedded with a processor
and a memory chip. Smart cards kunnen worden gebruikt
voor het verifiëren van een gebruiker op computers die
zijn uitgerust voor smart cards.
S/PDIF — Sony/Philips Digital Interface — An audio
transfer file format that allows the transfer of audio from
one file to another without converting it to and from an
analog format, which could degrade the quality of the file.
standby mode — A power management mode that shuts
down all unnecessary computer operations to save energy.
Strike Zone™ — Reinforced area of the platform base
that protects the hard drive by acting as a dampening
device when a computer experiences resonating shock or
is dropped (whether the computer is on or off).
surge protectors — Prevent voltage spikes, such as those
that may occur during an electrical storm, from entering
the computer through the electrical outlet. Stroombeveiligers
beschermen niet tegen blikseminslag of stroomstoringen,
die voorkomen wanneer het voltage meer dan 20 procent
onder het normale voltageniveau voor wisselstroom zakt.