6.4
Aansluitschema van de ontvanger
Op de voorzijde van de ontvangers zijn de aansluitschema's vermeldt.
De ontvanger is voorzien van een aansluitkabel, al dan niet voorzien van een stekker. In bijlage A, B en C
zijn de aansluitschema's bijgeleverd waarop meer overzichtelijk de aderkleuren, bijbehorende functie en
eventuele penbezetting van de stekker zijn vermeld.
Opmerkingen:
•
De voedingszekering voor de 42/48/110/220/380 VAC uitvoering is 250 mA.
•
De voedingszekering voor de 12/24VDC uitvoering is 1,5 A.
•
De zekering in de COM lijn van de AC uitvoering is 10 A.
•
De zekering in de COM lijn van de DC uitvoering is 20A.
•
Er is een gemeenschappelijke common (COM) voor het hoofdrelais en de functierelais. Indien
gescheiden circuits worden vereist, kan dit bij de leverancier worden aangegeven.
7
Algemeen gebruik
7.1
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
1. Indien u een set met twee handzenders heeft: Zorg ervoor dat de twee handzenders niet gelijktijdig
worden ingeschakeld !
2. Indien de apparatuur gedurende een langere periode niet wordt gebruikt is het raadzaam de nood-
uit knop in te drukken en zo de installatie uit te schakelen.
3. Gebruik de meegeleverde draagriem om schade aan de handzender door vallen te voorkomen.
4. Stop het gebruik van de SAGA1 indien de installatie traag reageert op de commando's. Dit kan
worden veroorzaakt door te lage voedingsspanning van zender of ontvanger, te grote afstand
tussen zender en ontvanger of ernstige storing van de communicatie.
5. Verwijder de batterijen indien de apparatuur gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
6. Het gebruik van de apparatuur moet voorbehouden zijn aan deskundig en ter zake opgeleid
bedienend personeel.
7. De apparatuur is degelijk en weerbestendig, maar mag niet worden blootgesteld aan ernstige
schokken of grote drukverschillen.
8. De apparatuur is geschikt voor industriële omgevingen. Verantwoord gebruik en onderhoud
verlengen de levensduur van de apparatuur.
9. Controleer de nood-uit knop en alle overige functieknoppen dagelijks voor in gebruik name.
10. Het bedienend personeel dient ten allen tijde zichtcontact te hebben met de kraan en de last of de
machine.
11. Druk onmiddellijk op de nood-uit knop indien er zich een storing of gevaarlijke situatie voordoet, of
wanneer er een ongewilde beweging van de kraan of machine optreedt.
12. Het bedienend personeel moet bekend zijn met de interne en in dit bedrijfsvoorschrift vermelde
veiligheidsvoorschriften en procedures.