Wireless LAN (Draadloos-Netwerk)
Wireless LAN is een optionele uitrusting. Deze functie biedt u de
mogelijkheid om draadloos een netwerkverbinding naar een
welbepaalde transmitter op te bouwen. Gelieve voor het activeren
de betreffende vereisten te lezen.
1. De Wireless LAN functie wordt activeert of desactiveert met
de snelstart toets combinatie Fn+F1. Een bijhorend bericht
verschijnt op het beeldscherm.
Opgelet!
Werk niet de WLAN-functie op plaatsen (Bv.:
ziekenhuizen, vliegtuig enz.) waar zich apparaten
bevinden waarvan de werking kan beïnvloed worden
door radiostralen. Schakel het apparaat enkel in
wanneer er zekerheid over bestaat dat qeen
interferentie van/met andere apparaten mogelijk is.
Voorwaarden
Als transmitter kan men een zogenaamde LAN Access Point
gebruiken. Een Access Point is een draadloos transfertoestel, dat
met uw notebook communiceert en de toegang naar het
aangesloten netwerk stuurt.
LAN Access Points vindt men dikwijls in grote kantoren,
luchthavens, stations, universiteiten of internet-cafés. Ze bieden
toegang tot eigen diensten en netwerken of het internet.
Meestal worden toegangsrechten gevraagd, die overigens
doorgaans betalend zijn. Vaak vindt men ook Access Points met
geïntegreerd DSL-modem. Deze zogenaamde routers bouwen de
verbinding op tussen de aanwezige DSL-internetaansluiting en de
Wireless LAN.
Ook zonder Access Point kan er een verbinding worden
gemaakt met een ander eindtoestel met Wireless LAN-
functionaliteit. Hier is het echter zo, dat het netwerk zonder
router zich beperkt tot de direct verbonden toestellen.
De draadloze netwerkverbinding werkt volgens de standaard IEEE
802.11g (compatibel volgens de standaard 802.11b). Standaard
802.11a wordt niet ondersteund.
Netwerkgebruik
53