Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beurer medical BC 50 Gebruiksaanwijzing pagina 9

Inhoudsopgave

Advertenties

betreffende symbool M1 of M2 wordt op de display weer-
gegeven.
• Schakel de bloeddrukmeter met behulp van de START/
STOP-toets
uit. Daarmee wordt het meetresultaat opge-
slagen in het geselecteerde gebruikersgeheugen.
Wanneer u vergeet het apparaat uit te schakelen, wordt het
na ongeveer 3 minuten automatisch uitgeschakeld. Ook in
dit geval wordt de waarde in het geselecteerde of het laatst
gebruikte gebruikersgeheugen opgeslagen.
• Wacht ten minste 5 minuten voordat u een
nieuwe meting uitvoert!
Resultaten beoordelen
Hartritmestoornissen:
Dit apparaat kan tijdens het meten eventuele storingen van
het hartritme identificeren. Indien dergelijke storingen worden
vastgesteld, wordt dit na de meting met het symbool
gegeven.
Dit kan een indicator voor een aritmie zijn. Aritmie is een aan-
doening waarbij het hartritme abnormaal is vanwege storingen
in het bio-elektrische systeem dat de hartslag stuurt. De symp-
tomen (overslaande of voortijdige hartslagen, langzame of te
snelle pols) kunnen o.a. worden veroorzaakt door hartaandoe-
ningen, ouderdom, lichamelijke aanleg, overmatig gebruik van
genotmiddelen, stress of slaapgebrek. Aritmie kan uitsluitend
worden vastgesteld door medisch onderzoek.
Herhaal de meting als het symbool
display wordt weergegeven. Let op, u moet eerst 5 minuten
rusten en tijdens de meting niet spreken of bewegen. Indien
het symbool
vaak wordt weergegeven, raadpleegt u uw
arts. Zelfdiagnose en behandeling op basis van de meetgege-
vens kan gevaarlijk zijn. Volg de aanwijzingen van uw arts op.
WHO-classificatie:
Conform de richtlijnen/definities van de Wereldgezondheids-
organisatie (WHO) en de meest recente inzichten kunnen de
meetresultaten volgens de onderstaande tabel worden geclas-
sificeerd en beoordeeld.
Deze standaardwaarden mogen echter uitsluitend worden op-
gevat als algemene richtlijn, omdat de bloeddruk per persoon
en ook per leeftijdsgroep enz. kan verschillen of afwijken.
Raadpleeg daarom regelmatig uw arts. Hij of zij kan uw per-
soonlijke bloeddruk voor u meten en ook beter inschatten wan-
neer bloeddrukwaarden te hoog of te laag zijn.
Het staafdiagram op de display en de schaalverdeling op het
apparaat geven aan binnen welk bereik de vastgestelde bloed-
druk zich bevindt. Als de systolische en diastolische waarden
weer-
zich in twee verschillende WHO-gebieden bevinden (bijvoor-
beeld systolisch in het gebied hoog-normaal en diastolisch in
het gebied normaal), dan geeft de grafische WHO-classificatie
op het apparaat altijd het hoogste gebied weer, in het voorbeeld
is dat "hoog-normaal".
Bereik van de
bloeddruk-
waarden
Niveau 3:
na de meting op de
hoge bloeddruk
Niveau 2:
bloeddruk
9
Systole
Diastole
(in mmHg)
(in mmHg)
zeer
≥180
≥110
hoge
160-179
100-109
Maatregel
raadpleeg een arts
raadpleeg een arts

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave