Inhoudsopgave
Advertenties
6 Operatormenu
Parameters
Zuigeling/Kind/Volwassene
Noodgevalmodus
IPPV
BiLevel + ASB
CPAP + ASB
PCV
aPCV
PRVC
SIMV + ASB
S-IPPV
RSI
CPR
CPR-modus
Start-modus
Metronoom
Metronoom freq.
etCO₂ ↑/↓ (alleen bij
optie Capnografie)
138
NL
MEDUMAT Standard
Instelbare waarden
IPPV
BiLevel + ASB
CPAP + ASB
PCV
SIMV + ASB
S-IPPV
PRVC
aPCV
Fabrieksinstellingen
(zie 14.1.10, pag. 263)
•
Beademingsparameters
•
Alarmgrenswaarden
Handmatig
CPR IPPV
CPR CCSV
100/min - 120/min
☑
☐
2
Beschrijving
Hier kunt u per patiëntgroep een
noodbeademingsmodus selecteren.
Hier kunt u de voorinstellingen voor
de beademingsmodus uitvoeren.
Hier kunt u instellen met welke
submodus de CPR-modus moet
worden gestart. Als de optie CCSV
vrijgeschakeld, start het apparaat na
selectie van de patiëntgroep Kind of
Volwassene in de continue modus
altijd met CPR CCSV.
Hier kunt u de akoestische uitvoer
van het metronoomgeluid activeren
of deactiveren.
Hier kunt u de frequentie van het
metronoomgeluid instellen.
Hier kunt u instellen of bij stijgende
of dalende eindexpiratorische CO
een alarm moet worden gegeven.
2
Advertenties
Inhoudsopgave
