Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting en altijd een veiligheidsbril. Het dragen van
een persoonlijke veiligheidsuitrusting zoals bijv. een stofmasker, slipvaste schoenen,
veiligheidshandschoenen, veiligheidshelm of gehoorbescherming, al naargelang soort en
toepassing van het elektrische gereedschap, vermindert het risico van letsel.
Draag een ademmasker bij stoffige werkzaamheden.
Controleer vóór ieder gebruik het apparaat, de aansluitleiding en de verlengkabel. Werk
alléén met een in optimale staat verkerend en onbeschadigd apparaat. Beschadigde
onderdelen moeten per omgaande door een elektromonteur worden vervangen.
Gebruik het apparaat nooit met beschadigde veiligheidsinrichtingen of afdekkingen of
ontbrekende veiligheidsvoorzieningen zoals reflectie- en/of grasopvangvoorzieningen.
Bij werkzaamheden in de open lucht mag alléén een daarvoor bestemde verlengkabel
worden gebruikt. De gebruikte verlengkabels moeten over een minimale diameter van 1,5
mm² beschikken.
De steekverbindingen moeten over veiligheidscontacten beschikken en tegen spatwater
beschermd zijn.
6 BEDRIJF
Leid de apparaatkabel altijd naar achter van het apparaat weg.
- Trek de stekker uit de contactdoos, wanneer de stroom- of verlengkabel beschadigd is. Trek
de stekker uit het stopcontact voor u het apparaat instelt, accessoires vervangt of het apparaat
opbergt. Die voorzorgsmaatregel voorkomt dat het apparaat ongewild wordt gestart.
Draag het apparaat nooit aan de kabel.
Trek de steker uit de contactdoos:
o
o
o
o
o
Gebruik gereedschappen alléén bij daglicht of bij voldoende kunstlicht.
Onderschat nooit de krachtinwerking van elektrische gereedschappen. Zorg altijd voor een
veilige stand en houd steeds het evenwicht.
Vermijd het gebruik van het apparaat in nat gras.
Werken aan hellingen: werk nooit aan uitermate steile hellingen. Werk altijd dwars ten
opzichte van de helling en zorg altijd voor een veilige stand. Wees bijzonder voorzichtig
wanneer u de werkrichting aan de helling verandert.
Gebruik het apparaat alléén in loopsnelheid, en ren nooit.
Houdt de ventilatieopeningen steeds schoon.
Richt de aanzuig-/blaasopening nooit op personen of dieren.
7 ONDERHOUD EN OPSLAG
Waarborg dat alle moeren, schroeven en bouten steeds vast zijn aangetrokken. Op deze
wijze waarborgt u dat het apparaat in optimale staat verkeerd.
Controleer regelmatig de grasopvangvoorzieningen op slijtage en vervorming.
Gebruik alléén reservesnijgereedschap van het juiste type.
Vervang om veiligheidsredenen versleten of beschadigde onderdelen direct of laat deze
eventueel door een elektromonteur vervangen of repareren.
Niet-gebruikte elektrische gereedschappen dienen op een droge, voor kinderen
ontoegankelijke plaats te worden bewaard. Het apparaat kan op iedere met min. 10A
beveiligde contactdoos (met 230 V wisselspanning) worden aangesloten. De contactdoos
dient met een lekstroomschakelaar (FI) te worden beveiligd. De uitschakelstroom mag
maximaal 30mA bedragen.
Copyright © 2014 VARO
wanneer u het apparaat niet gebruikt,
het transporteert of zonder toezicht laat;
wanneer u het apparaat controleert, reinigt of blokkeringen verwijdert;
wanneer u reinigings- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert of
toebehoren vervangt;
na het contact met vreemde voorwerpen of bij abnormale vibraties.
POWXG4035
P a g e
| 4
NL
www.varo.com