9. Gebruiksaanwijzing
9.1 Voorafgaande controles
Let op:
Alvorens het werk aan te vangen, neemt men best de gewoonte steeds de
volgende punten te controleren:
Checklist
1. Ga na of de messen nog in goede staat zijn en goed bevestigd zijn. Trek ter controle de
mesbouten even aan. In geval de messen geslepen moeten worden, moet dit eerst gebeuren.
Indien men scheuren of breuken in een mes of meshouder vast stelt, moet dit onverwijld
vervangen worden (zie § 11.5.6 Omkeren en vernieuwen van de versnippermessen).
2. Ga na of er voldoende olie in de machine is. Trek hiervoor de peilstift van de motor uit en
controleer of het olieniveau niet onder de minimumaanduiding is gekomen (zie indien nodig
§11.4.2 Controle van het oliepeil van de motor).
3. Controleer op voorhand of de benzinetank volledig gevuld is. Zoniet moet brandstof bijgevuld
worden (zie §9.2 Bijvullen van de benzine).
4. Controleer of de luchtfilter niet te sterk vervuild is (zie indien nodig §11.4.3 Luchtfilter
reinigen).
5. Controleer of de afsluitplaat achteraan de machine op de juiste manier werd vastgemaakt.
6. Controleer of de riemspanning nog voldoende is (zie indien nodig §11.4.5 Controle van de
riemspanning). Zoniet kan me deze bijregelen (zie indien nodig §11.5.5. Riemspanning regelen).
7. Alvorens het werk aan te vatten gaat men na of alle afschermkappen aanwezig zijn, en of deze
op de juiste manier zijn vastgemaakt.
8. Alvorens het werk aan te vatten gaat men na of de versnipperkamer en de turbine volledig vrij
zijn van snippers.
9. Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen op de machine nog functioneel zijn (zie §7.2
Veiligheidsvoorzieningen).
Zijn deze punten gecontroleerd en goedgekeurd, dan kan men de werkplek inrichten (zie § 9.3
Voorbereiding van de werkplek) en zich met de machine naar het werkterrein begeven.
21