1) Voor u begint:
Voor je begint is het belangrijk dat je kan voldoen aan de onderstaande eisen en factoren, tijdens
je installatie en de momenten daarna. Neem deze voorschriften vóór je installatie door, zodat je
goed voorbereid bent.
1.1 Plaatsingseisen:
Plaatst u het klantgedeelte op zo'n manier dat de klant het invoeren van de pincode kan
afschermen met de hand of het lichaam. Houdt u bij het plaatsen van een betaalautomaat
rekening met het volgende:
•
Plaats het klantgedeelte op minimaal 80 cm en maximaal 120 cm hoogte. U mag hier
alleen van afwijken als het invoeren van de pincode volledig is afgeschermd.
•
Het invoeren van de pincode mag niet zichtbaar zijn vanaf een verhoging, via spiegels,
camera's of op een andere manier.
•
Let erop dat u het toetsenbord van het klantgedeelte tijdens de transactie zo is
opgesteld dat de klant voldoende privacy heeft bij het invoeren van de pincode. Op
deze manier moet het voor derden onmogelijk zijn om de pincode te zien.
•
Op het klantgedeelte zit een privacy shield. Deze afschermkap kan de klant gebruiken
om het invoeren van de pincode af te schermen. Heeft uw pinpad géén privacy shield,
neem dan contact op met onze afdeling Support.
1.2 Gebruiksvoorschriften:
Om de veiligheid te vergroten heeft Betaalvereniging Nederland richtlijnen opgesteld voor het
plaatsen van het medewerkersgedeelte en het klantgedeelte. Betaalvereniging Nederland is de
instantie die zich richt op de veiligheid van het elektronisch betalingsverkeer.
•
Zorg dat de pas altijd zichtbaar blijft voor de klant.
•
De klant moet zelf de pas invoeren.
•
Laat zien hoe u de pas invoert als de klant dit niet zelf kan doen.
•
Wijzig altijd het manager wachtwoord
1.3
Omgevingsfactoren:
Omgevingsfactoren kunnen de werking van apparatuur beïnvloeden. Houd hier rekening mee als je
de betaalautomaat plaatst. Jouw betaalautomaat werkt het beste onder de volgende
omstandigheden:
•
De omgevingstemperatuur ligt tussen de 0°C en 40°C.
•
De relatieve luchtvochtigheid ligt tussen de 5% en 90%.
Vermijd:
•
Schokken en trillingen
•
Direct zonlicht of voorwerpen die hitte afgeven
•
Overmatige hitte en stof
•
Olie en vuil
•
Water of condensatie
•
Voorwerpen die overdadige stroomschommelingen en/of elektromagnetische velden
veroorzaken. Denk bijvoorbeeld aan anti-diefstalpoortjes en motoren van transportbanden.
1.4 Installatievoorzieningen:
Voordat u kan beginnen met de installatie is het belangrijk dat u de juiste materialen bij de hand
hebt. Beschikt u niet over deze benodigdheden, dan is het niet mogelijk om de installatie af te
ronden.