4.2. Montage van de elektrische ondersteuning
OPMERKING:
• In het frame moet er een recht stuk stang van minstens
45 mm aanwezig zijn om de klemmen te kunnen
bevestigen.
• De optimale hoek van de F35 tot de grond is 80°. Voor
optimale prestaties wordt het aanbevolen om niet lager
dan de minimum bevestigingshoogte van 249 mm te
gaan (gemeten vanaf de vloer tot de bovenste rand van
de klem):
Aanpassen van het subframe aan de juiste breedte
en hoek van het voorframe
OPMERKING: Controleer, als dit nodig is, of de juiste
verloopstukken voor de diameter van uw rolstoelframe in
de klemmen zijn aangebracht (zie hoofdstuk 4.1).
1. Draai de klemmen en lijn ze uit met de waterpas, en
draai de schroeven aan (fig. 4.4)
2. Breng de koppelstangen aan op de gewenste diepte
en lijn ze uit met de kleine zwarte beugel (fig. 4.5)
3. Draai de schroeven aan wanneer beide stangen op
elkaar zijn uitgelijnd (fig. 4.6).
GEVAAR!
De stangen van het tussenliggende subframe moeten in
ieder geval volledig in de klemmen worden gedrukt en
moeten minstens 15 mm langer zijn dan de klemmen.
Tussen de uiteindes van de stangen van het
tussenliggende subframe en de aandrijfwielen moet een
ruimte van minstens 20 mm worden aangehouden. Als
het tussenliggende subframe correct is gemonteerd en er
desondanks onvoldoende ruimte is, moeten de stangen
van het tussenliggende subframe met een buissnijder
worden ingekort, zodat deze ruimte gehandhaafd blijft.
Empulse F35
Het voorframe is in
verschillende breedtes
leverbaar om optimaal op
uw rolstoel aan te sluiten.
Meet de breedte van het
voorframe op de
montagehoogte van de
klemmen (249 mm tot 370
mm vanaf de grond tot de
bovenste rand van de
klem). De breedte wordt
gemeten van midden
framebuis tot midden
framebuis. Kies
vervolgens de juiste
breedte van het voorframe
op het bestelformulier
(vanaf 260 mm tot 480
mm in stappen van 10
mm).
14
Fig. 4.4
Fig. 4.5
Fig. 4.6
Nederlands | Rev. A