5
6
7
1
4.3
hogedrukSlaNg eN SpuitpiStool
1.
Schroef de hogedrukslang (afb. 8, pos. 1) op de
slangaansluiting (2).
2.
Schroef het spuitpistool (3) met de juiste spuitdop op de
hogedrukslang.
3.
Haal de wartelmoer aan de hogedrukslang stevig aan om
te voorkomen dat bedekkingsmateriaal uittreedt.
3
1
2
4.4
aaNSluitiNg op het StroomNet
Het apparaat moet via een volgens de voor-
schriften geaarde veiligheidscontactdoos wor-
den aangesloten.
Attentie
Super Finish 27 • 31
NL
Controleer of de netspanning overeenstemt met de ge-
gevens op het plaatje aan de achterkant van het appa-
raat, alvorens u het apparaat op het stroomnet aansluit.
zodra de netstekker is aangesloten, brandt het groene con-
trolelampje.
4.5
3
bij eerSte iNbedrijFStelliNg reiNigiNg vaN
coNServeriNgSmiddel
2
1.
Apparaat met aanzuigsysteem
4
Dompel de aanzuigbuis in een met een geschikt
reinigingsmiddel gevuld reservoir.
2.
Apparaat met bovenreservoir
Vul het bovenreservoir met een geschikt reini-
gingsmiddel.
3.
zet de multifunctionele schakelaar (afb. 9, pos. 1) op
(ON - circulatie). Het apparaat start. Draai de drukregelknop
(2) tot aan de aanslag naar rechts.
4.
Wacht tot reinigingsmiddel bij de retourbuis uittreedt.
5.
zet de multifunctionele schakelaar (1) op
de trekker van het spuitpistool over.
6.
Spuit het reinigingsmiddel uit het apparaat in een open
verzamelreservoir.
1
4.6
apparaat (hydrauliSch SySteem)
oNtluchteN, alS het geluid vaN het
iNlaatveNtiel Niet meer hoorbaar iS
1.
Draai de drukregelknop (afb. 10, pos. 1)
links.
2.
zet de multifunctionele schakelaar (2) op
Het hydraulische systeem wordt ontlucht. Laat het apparaat
twee tot drie minuten ingeschakeld.
3.
Draai de drukregelknop (1) vervolgens tot aan de aanslag
naar rechts.
Het geluid van het inlaatventiel is hoorbaar.
4.
Herhaal de punten 1 en 3 als dit niet het geval is.
Starting operation
(spuiten). Haal
2
drie slagen naar
(ON- circulatie).
31